^:^éyw,v •^vsiüiSi J3ltc Bito $rWct»ur *y „a**, ar' ..Ajy-CG-oId mm li cWrfV t 5' b Kust van Guinea in West-Afrika, kopergravure H. Moll, 18de eeuw (detail), Zeeuws Archief, HTAV 4342. De een-na-laatste gouverneur van de Nederlandse Bezittingen ter Kuste van Guinea, zoals het gebied wordt genoemd, is C.J.M. Nagtglas (1814 1897). Hij is geboren in Utrecht op 16 mei 1814 als zoon van Cornelis Johannes Nagtglas en Maria Ruyghart. Na een niet afgemaakte opleiding aan de Latijnse school in Utrecht kiest hij voor een militaire carrière. Als nieuwe regelgeving een bevordering tot officier onmogelijk maakt, neemt hij ontslag en volgt een civiele loopbaan. In 1851 wordt hij door bemiddeling van een vriend op het ministerie van Koloniën assistent-resident in Elmina. In 1857 is hij door het overlijden van zijn voorganger gouverneur ad interim en in 1858 wordt hij benoemd tot gouverneur, met Fort Elmina aan de Goudkust, potloodtekening H.A. Doijer, 19de eeuw, Zeeuwse Bibliotheek, Zeeuws Genootschap, Hs PLA111C3. toekenning van de rang van luitenant-kolonel. Hij vervult deze functie tot 1862 als hem, na elf jaar West-Afrika, op zijn verzoek eervol ontslag wordt verleend. Tijdens een verlof in Nederland in 1860 is hij benoemd tot Ridder in de Orde der Nederlandse Leeuw. Later wordt hij ook Commandeur in de Orde van de Eikenkroon, is hij gerechtigd tot het dragen van het Metalen Kruis en van het zogenoemde Kruis voor belangrijke krijgs verrichtingen met de gesp 'Guinea'. Er is zelfs een schip naar hem vernoemd. In 1861 wordt het brikschip Gouverneur Nagtglas, van de firma Herklots en Bouman in Amsterdam, te water gelaten, bestemd voor de vaart op de westkust van Afrika.1 Dat zijn schenkingen in Zeeland terecht komen is niet verwonderlijk. Terug in Nederland wordt hij in 1863 lid van het Zeeuws Genoot schap (en blijft dat tot aan zijn dood). Zijn jongere broer is Frederik Nagtglas (1821-1902), bestuurslid en bibliothecaris van het Genoot schap, tevens conservator van het Kabinet van oud- en zeldzaamheden. Frederik heeft een groot aandeel in het beschrijven van het bezit van het Genootschap en laat stapels aan tekeningen na.2 Hij maakt naast de catalogus van oud- en zeldzaamheden ook de catalogus van de bibliotheek en vervaardigt het vervolg op de inventaris handschriften van J.P. van Visvliet. Met M.F. Lantsheer beschrijft hij de 122 't Is vol van schatten hier

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2021 | | pagina 32