Het eerste bijzondere object in die collectie
is een aardewerk beeldje van de hindoe god
Shiva, een schenking uit 1819. Opmerkelijk is
dat het gekleurd is, meestal wordt de god in
het wit afgebeeld.21 Het is afkomstig uit een
hindoetempel in Bengalen. Vos beschrijft het
vanuit zijn christelijk geloof als een 'afgods
beeldje genaamd Sieb, de verstrooier of straffer'
en afkomstig uit een 'heidense' tempel. De
dansende god Shiva is de bekendste god in
het hindoeïsme, hij wordt zowel schepper als
verwoester genoemd, staat voor zowel het
positieve als het negatieve en behoort tot een
drie-eenheid met de god Brahma en de god
Vishnu.
Koker met doorgesneden rijstkorrel, hoogte 4,4 cm, schenking
1819, Zeeuws Museum, Zeeuws Genootschap, 3600-Z-8049.
Bengaalse trom, hoogte 26,5 cm, schenking 1820, Zeeuws
Museum, Zeeuws Genootschap, 3600-ZG-414.
figuur, een heilige, gesneden. Oorspronkelijk
heeft Vos zeven kokers geschonken, maar er
is nog slechts één exemplaar in de collectie
aanwezig.22
Over de houten Bengaalse trommel, gemaakt
van een uitgeholde boomstam en afgedekt met
een dierenvel, schrijft Vos: 'Eene trom, zodanig
als de Bengaalders op hunne feesten gebruiken,
en gelijk men op vele platen, bij reisbeschrijvers
vinde afgebeeld. Dezelve is gemaakt uit eene
uitgeholde boom, bedekt met vel'. De trommel is
in Bengalen een veel gebruikt muziekinstrument,
vaak als begeleiding bij gezangen.
Pijlenkoker uit Zuid-Afrika met enkele pijlen, lengte 67,4 cm,
schenking 1820, Zeeuws Museum, Zeeuws Genootschap, 3600-
ZO-10.
Ook uit Bengalen komt een houten koker met
daarin een glazen buisje waarin een halve
rijstkorrel ligt. In de rijstkorrel is een menselijk
In zijn brief van 16 december 1820 uit Kaapstad
kondigt Vos de schenking aan van een boog en
een koker met pijlen, afkomstig van het Zuid-
136
't Is vol van schatten hier