Zeeland 30.3
De gewone bevolking kreeg vanaf begin
december 1944 te maken met de verplichte
Arbeitseinsatz in Duitsland voor mannen van
17 tot 40 jaar. Veel kwam neer op De Bruyne die
op niemand kon terugvallen. De beschietingen
vanuit Noord-Beveland namen toe. Op 19 februari
1945 bliezen de Duitsers de watertoren op.
Ook was al springlading aangebracht onder de
stadhuistoren. Voor de maanden februari tot
mei 1945 schrijft Steenhof de Jong zelfs over
anarchie in Zierikzee. Naast de dagrapporten van
John de Bruyne geeft het dagboek van fotograaf
Krijn de Feijter (1910-1980) van 5 september 1944
(Dolle Dinsdag) tot 7 mei 1945 veel informatie.
Ik herken veel namen van personen en lees over
schade door bombardementen in straten die ik
allemaal ken.
Steenhof de Jong geeft op blz. 144 een
bevolkingspiramide (voor velen een onbekende
grafiek), die de samenstelling van de achter
gebleven bevolking van Zierikzee afbeeldt op
basis van een nieuw bevolkingsregister van
maart 1945, samengesteld door J.J. de Bruyne. Op
de horizontale as ontbreken de aantallen mannen
en vrouwen per jaar. De samensteller noemt
wel het ontbreken van veel mannen van 17 tot
25 jaar, maar niet de oververtegenwoordiging
van mannen van 25 tot 65 jaar.
Het dagelijks leven van de laatste maanden
in het geïsoleerde Zierikzee op het geïnundeerde
eiland is met de twee bronnen goed beschreven.
De bevolking was de wanhoop nabij. De komst
van de bevrijders op 7 mei 1945 vanaf het
strandje van Borrendamme wordt uitvoerig
beschreven met zeldzame (soms wazige) foto's.
Aan de illustraties in het boek is veel zorg
besteed.
Het boek is een eerherstel van J.J. de Bruyne,
die ten onrechte NSB-burgemeester was genoemd.
Achterin het boek schenkt Steenhof de Jong
aandacht aan het in 2019 geplaatste oorlogs
monument op een zijgevel van de Nieuwe Kerk in
Zierikzee. Op drie hardstenen platen staan voor
Zierikzee en de dorpen meer dan 200 slachtoffers
van de oorlog. Uit Zierikzee waren dat er 74,
waaronder de vermoorde Joodse inwoners. De
namen van mannen die in Duitse krijgsdienst
omkwamen, staan niet op het monument. Oor
spronkelijk was het idee dat wel te doen. De
discussie hierover was te volgen in de weekkrant
Wereldregio. Het compromis werd de slotregel:
'Negen inwoners van Schouwen-Duiveland
kwamen om in vijandelijke dienst'.
Zowel de goedgeschreven geschiedenis
van het laatste oorlogsjaar in Zierikzee als het
oorlogsmonument met (en ook zonder namen)
gaven recensent (1940) stof tot overdenking.
Wim van Gorsel, Zeeland 1950-1975, Aolles wier
anders, uitg. WBooks i.s.m. Zeeuwse Bibliotheek,
Beeldbank Zeeland, Zwolle/Middelburg 2021, ISBN
9789462584235. 24,95)
Het is tamelijk ongebruikelijk en ook niet
de bedoeling van de redactie om in Zeeland
een boek te recenseren dat voornamelijk uit
illustraties (met bijschriften) bestaat. Toch is
dat met de voorliggende publicatie het geval:
Aolles wier anders' kan vooral als een 'kijkboek'
worden gekwalificeerd, maar desondanks heeft
de redactie - om een aantal nader te noemen
redenen - gemeend aan dit boek aandacht te
moeten besteden. In de eerste plaats betreft
het hier een cruciale periode uit de recente
geschiedenis van de provincie Zeeland. Het is
immers een vrij algemeen aanvaard gebruik
F. Frans) Beekman
Dr. F. Beekman (1940) was van 1970 tot 2001 leraar
aardrijkskunde aan de Rijksscholengemeenschap in
Zierikzee. Hij woont nu in Den Haag. Hij promoveerde
in 2006 aan de Universiteit van Amsterdam op het
proefschrift 'De Kop van Schouwen onder het zand.
Duizend jaar duinvorming en duingebruik op een Zeeuws
eiland'. Als historisch geograaf nog betrokken bij het
duinonderzoek op Schouwen en aan de Hollandse kust.
Hij publiceert regelmatig over archeologie, landschap en
natuur in boeken en tijdschriften.
Boekbesprekingen
147