In hoofdstuk twee wordt ingegaan op de vroegste geschiedenis van Haamstede aan de hand van de opgravingen tussen 1964 en 1969 door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (R.O.B.) en het bouwkundig onderzoek voor de restauratie van het kasteel door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (R.D.M.Z.) tussen 1963 en 1973. Voor dit boek zijn de documentatie en het vondstenmateriaal van de opgravingen opnieuw onderzocht en hier voor het eerst gepubliceerd. Er zijn hieruit verschillende 'nieuwe ontdekkingen' gedaan, zoals een vijftiental raadselachtige greppels op het slotterrein en twee tufstenen muren, waarvoor nog geen sluitende verklaring is gevonden. Er wordt verband gelegd tussen de aangetroffen christelijke graven op het slotterrein, de ringwalburg in Burgh, een eerste (houten) kerk en de tufstenen kerk uit ca. 1100 in Haamstede. In het derde hoofdstuk wordt op overtuigende wijze de bouwgeschiedenis uit de doeken gedaan. Er zijn aanwijzingen om aan te nemen, dat er een steenbouwfase is geweest tussen 960 en 1140. Er zijn ook aanwijzingen voor een houtbouw hieraan voorafgaand. Over de functie van het sloteiland tussen de negende en de vroege dertiende eeuw is feitelijk niets bekend. De Hollandse graven kregen in hun streven naar uitbreiding van hun gebied naar het zuiden omstreeks 1000 de eilanden Schouwen en Duiveland onder controle. Zij hadden daardoor belang bij de bouw van een grensvesting tegen invallen vanuit Vlaanderen. Het oudste deel van het huidige kasteel bestaat uit een donjon uit de dertiende eeuw met in het midden van de oostzijde een smalle aanbouw als toegang. Het rechthoekige omgrachte eiland met daarop de donjon had een bakstenen ringmuur. Wat later is daarin een rechthoekig poortgebouw opgenomen. Van een voorburcht zijn geen duidelijke sporen gevonden. In de noordoostelijke hoek van het slotterrein zijn fundamenten van drie nog onbekende gebouwen gevonden uit de late dertiende of veertiende eeuw langs de binnenzijde van de ringmuur. Aangenomen wordt, dat dit 'dienstgebouwen' waren (wellicht met opgaand muurwerk van hout?). Merkwaardig is verder dat geen sporen van een privaat zijn gevonden. Ook de interpretatie van een hoefijzervormige steenbouw op de noordoostelijke hoek van het slotterrein blijft een raadsel. Door Van Straalen en Renaud werd aangenomen, dat de donjon boven de kelder twee bouwlagen had, afgedekt door een zadeldak tussen baktenen topgevels, zoals blijkt uit hun reconstructietekeningen. Een schilddak achtten zij ook mogelijk. Wellicht hebben Van Straalen en Renaud destijds de Rolzaal van het Binnenhof in hun achterhoofd gehad. Dit was ook een grafelijk bouwwerk, alleen niet met een militaire functie, maar als vestiging van het grafelijke hof. Voor een reconstructie is door de auteurs terecht gekozen voor een verdedigbare toren van drie verdiepingen boven de kelder met een schilddak. (De graven van Holland en Zeeland waren het grootste deel van het jaar op reis om persoonlijk dagvaarten te houden in hun gebied, onder andere om bestuurlijke en militaire redenen, voor rechtspraak en inhuldigingen bij erfopvolging. Om veilig te kunnen reizen en niet in gijzeling te worden genomen maakten zij zoveel mogelijk gebruik van eigen burchten. Op de Hollands - Zeeuwse eilanden waren dit behalve Haamstede: de burcht van Oostvoorne, Zandenburg bij Veere, Souburg bij Vlissingen en St. Maartensdijk op Tholen. In 1347 bijvoorbeeld onderhandelde Willem van Beieren op Haamstede met de stadsregering van Zierikzee over onderwerping van de stad, terwijl hij toch over een grafelijke hof in die stad beschikte. Pas na overeenstemming waagde hij zich in de stad voor de benoeming van het stadsbestuur en de bekrachtiging/ verlening van privileges). De meest opmerkelijke ontdekking tijdens het onderzoek van Van Straalen en Renaud is de 'verdwenen' westelijke vleugel geweest, groter en imposanter dan de donjon. Opdrachtgever was Lodewijk van Gruuthuse, een van de machtigste edelen in het Bourgondische Rijk. In 1462 was hij door hertog 150 Boekbesprekingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2021 | | pagina 60