zand- en slikvlaktes, maar de duinen langs de kust, zoals bij Domburg (mogelijk Walichrum) bleven bewoonbaar. Pas eeuwen later, in de negende eeuw, vestigden zich weer mensen op meer plaatsen in Zeeland, toen de schorren zich boven het stormvloedniveau ontwikkelden en er dijken aangelegd werden. Wie de mensen waren die daar kwamen wonen is in dit kader belangrijk. Hoe werd dit onherbergzame gebied bevolkt toen de eerste Vlaamse abdijen de grond inpolderden? Voor de kuststreek is de meest waarschijnlijke hypothese dat het een zeevarend volk was, mogelijk de Friezen of de Denen. Andere delen van Zeeland kregen wellicht inwoners vanuit Vlaanderen of Brabant. Tussen tweede helft vierde en de vijfde eeuw is er iets raars in Friesland gebeurd. De Friese dorpen raakten ontvolkt en er kwamen van buitenaf nieuwe bewoners. Wie dat waren en waar ze vandaan kwamen is een raadsel.10 Het is waarschijnlijk niet één specifieke stam of groep bewoners geweest maar verscheidene en ze zouden eigen gebruiken en eigen beeldtaal met zich brengen. Zeker in de beginperiode van de vijfde en zesde eeuw na Christus zouden de bewoners van het kustgebied van Nederland een heterogene, onderling verbonden groep vormen met verschillende etnische achtergronden. Mogelijk ligt hier de sleutel tot de ontcijfering van de unieke vulva-iconografie. Mijns inziens zijn de voorgestelde theorieën van toepassing op sommige van de seksuele speldjes, maar niet op alle. Ze bevatten zo veel iconografische variatie dat ze verscheidene overlappende functies gehad moeten hebben. Ze zouden bijvoorbeeld een indirecte vermanende boodschap kunnen dienen, de taak van de zedenmeesters, zoals bepaalde leden van de schutterijen of de dorpsoudsten of Sinterklaas, met zijn roe. Er is nog een andere context waarin seksuele speldjes kunnen worden geplaatst. Voor een gelovige is een devotioneel beeldje een aardse vertegenwoordiging van een godheid. De fysieke nabijheid kan tot betere gevolgen van de gebeden en de evocaties leiden. Misschien dat de seksuele insignes ook betere gevolgen van andere soorten evocaties (seksuele?) moesten verzorgen? Zo kan het zijn, dat de religieuze en seksuele insignes niet alleen materiaal-technisch op elkaar lijken, maar ook functioneel. Over het gebruik van de genitale speldjes bestaan diverse hypotheses. Mackenzie (1976) verbindt de apotropeïsche, (onheil-)afwerende functie met de uitbraak van de pest in 1348. Dat is mogelijk, maar het feit dat de insignes voor namelijk in Zeeland zijn gevonden, zou eerder op een lokale traditie kunnen duiden. De speldjes zijn meestal in het water gevonden, niet bij het huisvuil. Het zou op een rituele offerfunctie kunnen wijzen, maar een andere verklaring zou kunnen zijn dat de condities in water gunstiger zijn voor het behoud van lood-tinnen voorwerpen dan in lucht of aarde. Het is waarschijnlijker dat ze samen met andere voorwerpen in het water beland zijn, of dat ze simpelweg door mensen weggegooid werden aan het einde van een festiviteit. Maar zouden de overbodige speldjes niet eerder zijn omgesmolten en hergebruikt? Allemaal vragen zonder antwoorden. Conclusie De productie van de lood-tinnen insignes en sieraden was gigantisch in West-Europa, maar er zijn slechts 310 seksuele speldjes bekend, waarvan maar 28 zelfstandig opererende vulva's en die zijn bijna uitsluitend in Zeeland en Vlaanderen gevonden. Er zijn verschillende hypotheses voor de functie van deze insignes, maar de meeste onderzoekers zijn het met de apotropeïsche (onheil)afwerende en magisch- sociale functie eens. De middeleeuwse iconografie en de taal van symboliek zijn niet eenduidig. Zo kan een vulva op stelten of verkleed als pelgrim een magisch beschermings- of vruchtbaarheidssymbool zijn, maar ook een satire op seks tijdens de pelgrimage ('pilgrim lover') en ook een grove grap op beide functies zijn. Humor is een belangrijk onderdeel van de bescherming tegen het kwaad, zoals Jones terecht stelt (Jones 2002) Hij zoekt voor de scabreuze speldjes een verband met anasyrma (rok optillen), het weren van het kwaad door het laten zien van de geslachtsdelen. Johan H. Winkelman voegt er nog een sociaal-magische functie aan toe, ze zouden een soort masker kunnen zijn, zoiets als een vermomming tijdens het carnaval en tegelijk 162 Lood-tinnen seksuele insignes

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2021 | | pagina 12