Zeeland 30.4
Gallandat, Muller en De Wind 'ten fine van
examinatie en bericht'.10 Het is niet gekomen
tot een publicatie, misschien ook vanwege het
vroege overlijden van Van Woestenburg. Een
eeuw later leest de bekende Middelburgse arts
Johannes Cornelis de Man het verslag van Van
Woestenburg en besluit om het te vermelden
in het overzichtswerk Levensberichten van
Zeeuwsche medici, dat in 1901 is verschenen. De
Man schrijft: 'Het vreemdsoortige ziektegeval
heeft mij doen besluiten 's mans naam in de
onderhavige lijst op te nemen.'11
Chirurgijn in Brouwershaven
Nicolaas van Woestenburg is geen Zeeuw
van geboorte. Hij ziet in 1731 het levenslicht
in 's-Hertogenbosch. Zijn vader Willem van
Woestenburg, meester-timmerman, overlijdt
vroeg en zijn moeder Cornelia Boom hertrouwt in
1736 met Theodorus Morel, die chirurgijn wordt
in Sommelsdijk. De jonge Nicolaas kent en leert
het vak van huis uit. Misschien heeft hij ook nog
bij een andere meester-chirurgijn gewerkt, maar
dat is niet bekend. Na zijn examens kan hij het
beroep gaan uitoefenen.
In 1758 komt in Brouwershaven een plaats
vrij. De tweede chirurgijn van die stad, de
26-jarige Johannes Baars, is na misdragingen
en diefstal de stad ontvlucht.12 De 27-jarige Van
Woestenburg solliciteert en wordt als tweede
chirurgijn aangenomen door het stadsbestuur
en mag zich vestigen als chirurgijn en barbier.13
In Brouwershaven zijn dan twee chirurgijns
werkzaam. De eerste chirurgijn en tevens
vroedmeester is op dat moment Dirk Baars, de
vader van de eerdergenoemde Johannes. Op
13 oktober 1758 is Van Woestenburg als poorter
ingeschreven.14 Hij gaat in de stad wonen en
koopt het huis en de chirurgijnswinkel van de
vrouw van Johannes Baars aan het Marktveld,
nu Markt, bijna naast het Stadhuis. Aan de
achterzijde grenst het pand aan de Lange
Nieuwpoort.15 In 1760 trouwt hij met Pieternella
Hollander uit Noordgouwe.
Van Woestenburg wordt een goede chirurgijn
en meester-chirurgijn. Hij zorgt voor de
'gemeene stadsarmen' en na het overlijden van
Dirk Baars in 1761 wordt hij eerste chirurgijn.16
De stadsbestuurders vragen hem al snel om de
Gezicht op Brouwershaven vanuit het noordwesten, met rechts de
Nicolaaskerk en het stadhuis, gravure door Hendrik Spilman, 1754,
naar een tekening van Cornelis Pronk uit 1745. Zeeuws Archief,
Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrata, deel II, 1690.
functie van schepen te vervullen. Later is hij ook
een van de drie 'Prijseermeesters der Graanen en
wegen van brood' in de stad.17 Hij wordt een man
van aanzien.18 In 1764 speelt hij een opmerkelijke
rol als hij weigert een aderlating te doen in
opdracht van arts Johannes Cato Kamerling (ca.
1721-1803). Van Woestenburg en zijn collega
Regnerus Cornielje twijfelen aan de medische
kennis van Kamerling, die kort daarvoor in de
stad tot geneesheer is benoemd. Een jaar later
zal blijken dat zij gelijk hadden. Kamerling blijkt
een bedrieger te zijn, die een vals examenbewijs
heeft laten zien. En dat ondanks een onderzoek
naar zijn achtergronden door doctor Nicolaas
Baster namens het Zierikzeese chirurgijnsgilde
en secretaris Daniël Viergever namens het
stadsbestuur van Brouwershaven.19
Na de dood van zijn stiefvader in 1768 neemt
Van Woestenburg enige tijd diens apothekers- en
chirurgijnswinkel waar in Sommelsdijk. Maar
na twee jaar verkoopt hij de winkel. In een
annonce in de Oprechte Haerlemse Courant van
18 oktober 1770, staat dat de 'Affaires Jaare zyn
waargenomen, en nog met goed Succes word
gecontinueerd'. Van Woestenburg bemiddelt bij de
overname.
Het vak levert ook wel eens problemen op.
Zo weigeren de schepenen van Noordgouwe
in 1771 de rekeningen te betalen die Van
Woestenburg en zijn Zierikzeese collega Pieter
BROHrWESR-SHAVTSTir van den
Een vreemd ziektegeval en een wonderlijke genezing 167