Zeeland 30.4
Plaatselijke antwoorden op werkloosheid in het negentiende-eeuwse
Walcheren, met name in de vroege jaren veertig: werkverschaffing en
'self-help'
J.P. (Jan) Zwemer
Al lang wordt de economie bejubeld en van een
wetenschappelijk stempel voorzien door haar
beoefenaars. 'De overheerschende wetenschap
van den nieuwen tijd, de raadgeefster der
staatsmannen, de fakkel van de toekomst,' las men
in de Vlissingsche Courant van 9 november 1842
over de 'staathuishoudkunde'. De krant citeerde
Mr. B.W.A.E. baron Sloet tot Oldhuis die schreef in
het opkomende Tijdschrift voor Staathuishoudkunde.
Meteen volgde ontmaskering: 'Men bemerkt het,
ook deze schrijver spiegelt zich eene schoone
toekomst voor het menselijk geslacht voor, bij het
blijven volgen der beginselen, van welke thans men
vrij algemeen in de staathuishoudkunde uitgaat,
- die der vrije mededinging, zonder door eene
zorgende oppermagt bestuurd, geleid of geregeld
te worden.' Deze regels waren van de hand van
de richtinggevende auteur van de Vlissingsche
Courant, Frederik van Sorge, die daarmee in
discussie trad met de baron en zijn liberalisme.
Van Sorge was van arme afkomst en was als
wees een tijd opgenomen geweest in de 'Koloniën
der Weldadigheid' oftewel in één van de Rijks-
armgestichten in Drenthe. Hij had zich wel
opgewerkt tot directeur van een Maatschappij
voor Veeverzekering en tot secretaris van
Biggekerke, maar verwachtte weinig heil van
het vrije spel der maatschappelijke krachten
voor de massa der bevolking. Van Sorge wist
wat er gebeurde in een groot deel van Europa:
armoede bij de werkman en verdwijnen van
een deel van de middenstand, vooral daar waar
de stoommachine het meest gebruikt werd. In
tegenspraak met de toenemende mondigheid van
de burgers zag men 'vooruitgang in armoede en
lijden voor de massa's,' gepaard aan toenemende
rijkdom voor enkelen. Innovatie betekende
over het algemeen het overbodig worden
van arbeidskrachten en op termijn eventueel
overproductie.
Mr Baron B.W.A.E. Sloet tot Oldhuis, gepubliceerd in het
verslag van het XXVII-ste Nederlandsch Landhuishoudkundig
Congres te Middelburg, 1862 (litho N.J.W. de Roode) (bron:
Wikimedia commons)
Was migratie van de brodeloos geworden
werklieden een oplossing? 'Ook elders stooten zij
op de werktuigen, welke de hulp van menschen-
handen allerwege overbodig maakten.'
Misschien migratie naar nieuw, onontgonnen
land? Dat kon, maar met bezwaren. 'En dan nog
is het niet een verdrijven van den geboorte
grond, des armgeborene óf -gewordene, door
den rijkgeborene of gewordene? Is het billijk,
is het rechtvaardig?' Een onzeker lot tegemoet
gaan, gedwongen door anderen - Van Sorge
wist dat het op de Britse eilanden dagelijkse
werkelijkheid was. Het hoeden van schapen voor
wol voor de textielfabrieken bracht er zesmaal
zoveel op als de pacht, zodat honderdduizenden
Werkverschaffing en 'self-help'
175