zei hij in de gemeenteraad, 'zoveel mogelijk volk
te houden'. Dat klopte ook en de gedachte erachter
was uiteraard dat een inkomen, al was dat lager
dan anders, met behulp van het traditionele
kunst- en vliegwerk altijd nog wel aangevuld kon
worden. Werk was belangrijker dan de hoogte
van het loon: één van de allereerste signalen van
onenigheid tussen boeren en arbeiders die mij
bekend zijn, gaat over de crisis van de jaren 1880,
werkloze arbeiders vragen een boer om werk en
krijgen een negatief antwoord. Nog meer dan in
de stad was werkverschaffing op het platteland
een privézaak en hooguit iets voor het bestuur
van de Polder Walcheren. De family survival
strategies moesten er uitkomst bieden. Pogingen
om aan werkverschaffing te doen, waren dan
ook zeldzaam, althans volgens het bestaande
onderzoek. Naast de paar textielfabriekjes,
in Domburg en Westkapelle, aangevangen na
aansporingen vanuit de Rijksoverheid, waren er
alleen initiatieven in Colijnsplaat en Kortgene.
Het eerste was een reactie op de aardappelcrisis
van de late jaren veertig, het tweede, rond 1860,
richtte zich op ongetrouwde jonge vrouwen.
Dat er voor de stedelijke arbeiders en
ambachtslieden naar verhouding meer aan
werkverschaffing werd gedaan, heeft naast de
mindere gelegenheid tot survival strategies in de
stad, althans voor zover wij nu weten, uiteraard
te maken met de sterke neergang van de Zeeuwse
handelssteden na de Franse Tijd, waarop Brusse
en Mijnhardt terecht de aandacht hebben
gevestigd. Dat brengt me bij mijn slotvraag: Was
de betere uitgangspositie van het platteland ten
aanzien van family survival misschien één van de
factoren achter de eveneens door deze historici
geconstateerde desurbanisatie?
Dr. J.P. Zwemer (1960) is freelance historicus, corrector
van teksten en dichter. Dit jaar verscheen van zijn hand
in de reeks Werken van het Genootschap de biografie
van Mr.J.H. Schorer (1760-1822), burgemeester van
Middelburg in de Franse tijd en eerste commissaris des
konings van de provincie Zeeland. Hij schreef mee aan het
dit jaar verschenen boek 'Zierikzee, acht eeuwen stad'.
Jan Zwemer werkt momenteel aan een biografie van
Groedenaar Pieter Oosterling (1945-2018), uitvinder van
o.a. de melkrobot. www.janzwemerschrijft.nl
Noten
1 Vgl. lezing M.J.F. Robijns, verslag in: Zeeuws Tijdschrift
1981, 103.
2 Vliss. Crt., 6-5-1842.
3 F. van Sorge, Proeve, om te geraken tot eene nieuwe,
algemeene Wetgeving op het Armwezen in Nederland.
4 Goessche Crt., 3-10-1842; Geschiedenis van Zeeland.
Deel3. 1700-1850, Zwolle/Middelburg, 2013, 155; J.C.
Schouwenaar, Frederik van Sorge en de Vlissingsche
Courant, Middelburg, 1998, 90, 81.
5 J. van Leeuwen, De diaconie, beschouwd in hare
betrekking tot het armwezen, Middelburg, 1842; Midd.
Crt., 2-5-1843.
6 Midd. Crt., 16-7-1840, 29-4 en 27-7-1843.
7 Midd. Crt., 29-4-1843; Vliss. Crt., 25-2-1841.
8 Zierikz. Crt, 12-5-1840, 28-9-1844, 29-4-1845, 29-8
1845, 12-9-1848. In 1855 vroeg Van der Os voor zijn
fabriek 'terstond' koperslagers en smid-bankwerkers,
Zierikz. Crt., 23-6-1855. In 1862 overleed beoogd
opvolger Simon van der Os, waarna de eigenaar zijn
fabriek sloot.
9 Vliss. Crt., 8-2-1840, 25-2-1841, 20-1 en 9-6-1842, 4-3
1846.
10 B. Altena, Een broeinest der anarchie, Amsterdam, 1989,
49, 107-8.
11 Idem, 141-146, 419.
12 Idem, 454.
Werkverschaffing en 'self-help'
181