Cementresten op de doopvontschelp
Als versiering zijn vastgemetselde schelpen
bekend van schelpenmozaïeken op muren,
in kunstmatige grotten, in waterpartijen met
fonteintjes en in nep-huisjes (follies). In de barok-
en rococotijd (17e en 18e eeuw) waren dergelijke
versieringen populair. In ons land zijn ze te zien
bij kasteel Rosendael bij Arnhem, en bij het paleis
het Loo en bij de borg Nienoord in Groningen.
Alleen, zulke grote schelpen werden niet voor
zulke grotto's gebruikt, want een aan een muur
horizontaal vastgemetselde schelp zou veel te
kwetsbaar zijn. Versiering en onderdeel van een
fontein of waterpartij is daarom waarschijnlijker.
Het is natuurlijk onbekend hoe lang de schelp
op de zeebodem gelegen heeft. Er zitten nog wat
kleine tropische schelpen op vast, juweeldoos-
oesters, uit de familie van de Chamidae. Welke
soort(en) is nog niet duidelijk. De schelp zelf is
aangetast door de boorspons (Cliona celata Grant
1826), er zitten gaten in van borende schelpen,
er zitten resten van zeepokken op en een stuk is
begroeid met kolonies mosdiertjes (Bryozoa).
Met juweeldoos-oesters
Met zeepokken
Freddy van Nieulande maakte de foto's, Gerard
Heerebout hielp met de naspeuringen.
H.W. Nijhuis (1946) studeerde aan de Rijkskweekschool te
Middelburg en was werkzaam in het speciaal onderwijs.
Hij is al jaren sterk geïnteresseerd in naturalia en speciaal
in de malacologie. Hij is conservator malacologie van het
Zeeuws Genootschap.
Hoe hij uiteindelijk in de Westerscheldemond
terecht gekomen is, blijft een raadsel. Een schip
breuk, zoals Marie de Man suggereert, zou
natuurlijk goed kunnen.
Doopvontschelpen waren vroeger volledig
beschermd en opgenomen in de CITES-lijst
(Convention on International Trade in Endanger
ed Species). Dat was vooral omdat de dieren
alleen maar verzameld kunnen worden door
het koraal weg te hakken of op te blazen met
explosieven. Tegenwoordig mogen toeristen toch
nog maximaal drie kleine exemplaren naar ons
land meenemen.
Literatuur
Heeringa, K., 1920. Jaarverslag over 1919-1920 uitgebracht
in de Algemeene vergadering van 7 April 1920. Archief
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, I-XXVIII.
Keijzer, Y. 1869. Catalogus der Conchyliën toebehorende
aan het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen.
Middelburg J.C. W. Altorffer.
Mellema, M., 1977. Tridactinae - doopvontschelpen, familie
met de grootste soorten ter wereld. Vita Marina -
zeebiologische documentatie: 143-158.
186
't Is vol van schatten hier