5
Middelburgsche Courant, 5-5-1916, p.2.
6
44
Boekbesprekingen
Uit de in 1959 verschenen biografie over VBF: H.I.C.
Dozy-de Stoppelaar, G.H.G. von Brucken Fock: een mens
van twee werelden 1858-1935, W.de Haan, Zeist 1959.
Levensherinneringen5: ‘Ik word achtergesteld
bij een ander, m’n prestaties betekenen niets in
vergelijking met die van de ander! En zo zal het
voortaan mijn leven doorgaan: de “ander” meer
succes, groter, verdienstelijker dan ik!’.
Twee belangrijke zaken waren evenzeer van
grote invloed op VBF’s leven en oorzaak van
steeds wisselende keuzes: zijn bekering tot het
geloof (1891) - waarin hij heel streng en recht
lijnig kon zijn - en zijn behoefte aan ‘wereldse’
erkenning van zijn muzikale prestaties en
kunstwerken. Uit zijn schrijven en uit enkele
tot mislukking gedoemde acties bleek ook zijn
grote maatschappelijke betrokkenheid. Nergens
kreeg VBF echt voet aan de grond, gedeeltelijk
(of grotendeels?) te wijten aan zijn onzekerheid
en het feit dat hij enorm opkeek tegen andere
componisten en kunstenaars. Behalve de christe
lijke God waren ook wereldse ‘goden’ van invloed
op zijn denken en doen. Hij werd heen en weer
geslingerd tussen kunst en kerk. Na opnieuw
een teleurstelling in erkenning van zijn kunst
vluchtte VBF regelmatig in zijn geloof, waar hij
hoopte zekerheid te krijgen. In bepaalde periodes
zwoer hij alle wereldse zaken af met het idee
dat geld en succes zondig waren en dat je je
geld moest verdienen met je blote handen. VBF
experimenteerde met het werken op het land,
waar hij al na een dag moest stoppen omdat hij
zich sneed aan de zeis. Als Heilsoldaat trok hij
evangeliserend een aantal jaren door Frankrijk
en Zwitserland. Behalve als musicus/componist
en beeldend kunstenaar, bleek VBF ook een
goede hand van schrijven te hebben. Een van zijn
eerste ‘baantjes’ was die van journalist en later
muziekcriticus.
In 1885 trad VBF in het huwelijk met Jonk
vrouw Marie Pompe van Meerdervoort, die hij in
Middelburg had leren kennen. Gedurende alle ups
en downs van haar man Gerard stond Marie aan
zijn zij. Als hij weer eens in een geestelijke crisis
was geraakt, bleek zij telkens zijn reddende engel.
Het echtpaar kreeg geen kinderen.
Ook in zijn verblijfplaatsen vertoonde VBF
geen rust. Ze trokken van de ene plaats naar de
andere, van Zeeland naar Amsterdam en Parijs,
en van Aerdenhout naar Berlijn.
Zomers verbleef het echtpaar regelmatig
in Domburg. De kleine inmiddels mondaine
badplaats bleek rond de eeuwwisseling door
het bijzondere Walcherse licht een enorme
aantrekkingskracht te hebben op kunstenaars
van allerlei niveau. Toonaangevend was Jan
Toorop, maar ook bekende kunstenaars als Jacoba
van Heemskerck en Piet Mondriaan voegden zich
soms bij het artistieke gezelschap. Aangemoedigd
door Toorop begon ook VBF te schilderen en
tekenen. Zowel in VBF’s muzikale composities
als in zijn beeldend werk is de liefde voor zee en
landschap terug te vinden.
Misschien onderschatte VBF de bewondering
die zijn composities kregen of geloofde hij het niet
wanneer hij goede kritieken kreeg. In de Middel
burgsche Courant van 5 mei 1916 bijvoorbeeld,
staat een werkelijk lovende recensie van een
uitvoering van zijn liederen en concertwerken
(waarschijnlijk in het Concertgebouw te Amster
dam, want onder leiding van Willem Mengelberg)6.
In 1934 werd VBF ter gelegenheid van zijn
75ste verjaardag benoemd tot Officier van
Oranje-Nassau. Hij overleed een jaar later op
15 augustus. Omdat zijn ouders gefortuneerd
waren, hoefde VBF nooit te werken om in zijn
levensonderhoud te voorzien. In zijn testament
bepaalde VBF dat na zijn dood onder zijn naam
een fonds opgericht moest worden. Dit fonds
heeft tegenwoordig als doel het bevorderen van
de toon- en schilderkunst in Nederland.
Gerard von Brucken Fock lijkt een wat sneue
figuur geweest te zijn; bij het lezen van deze
biografie krijg je soms de neiging hem eens door
elkaar te schudden. Maar Matser noemt hem
niet voor niks ‘zijn held’, want deze sensitieve
onzekere Zeeuw volgde ook zijn hart, zijn gevoel