bodem door bemesting of
met neerslag uit de lucht.
De (bio) industrie brengt
heel wat ammoniak in de
lucht en dit komt deels
weer terug op de grond.
Meerjarige 'ruigtekrui
den', zoals bramen en
brandnetels, profiteren
hier onmiddellijk van.
Hun enorme biomassa-
groei is allesverstikkend.
Door te hooien, de plan
ten dus met voedingsstof
fen en al af te voeren, kan
men de grond weer verar
men. Maar maaien is slecht
voor de Wollige distel, omdat
hij niet snel genoeg groeit om
in datzelfde seizoen nog zaad te
zetten. Hij produceert ook geen
enorme hoeveelheden zaad dat jaren
lang kiemkrachtig blijft, zoals sommige
andere soorten. De plant doet het het
beste bij matig extensieve begrazing in
een gevarieerde vegetatiestructuur.
De Wollige distel wordt nogal eens ver
ward met de Speerdistel, maar deze
plant is indrukwekkender. De bloemen
zijn groter, de kelk wolliger en de hele
plant regelmatiger van vorm. Maar vaak
is de plant niet in bloei, zijn bloemen
dus afwezig en dan wordt herkenning
moeilijk. De bladeren van de Wollige
distel (ook de rozetbladen) hebben
smalle zijslippen, die niet weer gedeeld
zijn. Als je je dus afvraagt wat voor iele
Speerdistel je nu bent tegengekomen,
dan is er een goede kans dat het een
Wollige distel is. En eenmaal gezien,
vergeet je hem nooit meer.
G.v.d.K.
kan er ter plekke een nieuwe rozet
groeien. Op plaatsen waar in de Zak van
Zuid-Beveland de schaapskudde graast,
zijn de laatste vijftien jaar veel Wollige
distels bijgekomen, vooral op de
Valdijk.
De Wollige distels worden op de dijkta-
luds vergezeld door bijvoorbeeld Wilde
marjolein en Gewone agrimonie, ook
soorten van de zogenaamde warmte-
minnende zoomgemeenschappen.
Wanneer de vegetatie op een dijk te veel
verruigt, gaat het mis. Op de Lindendijk
bijvoorbeeld, waar in f985 meer dan
400 Wollige distels werden geteld,
stonden er in f994 nog maar 3. Deze
afname was duidelijk een gevolg van
verruiging. Verruiging wordt veroor
zaakt door een teveel aan voedingsstof
fen in de grond. Deze komen in de
Wollige distel
105