muissoorten. In de omgeving van Retranchement en Aardenburg worden Veldspitsmuizen ook wel 'piepedollen' genoemd. De Veldspitsmuis is een soort die in Nederland zijn meest noordwestelijke grens bereikt. De soort was het eerst bekend uit Limburg. Later onderzoek, voornamelijk door analyse van braak- ballen, leerde dat deze spitsmuis in Nederland ook voorkwam in de Achterhoek en Zeeuws-Vlaanderen. Tegenwoordig lijkt de soort verdwenen uit Limburg; in Overijssel en Zeeland handhaaft hij zich echter. De laatste decennia kan, afgaande op braakbal- analyses, geen teruggang in de aantallen Veldspitsmuizen worden vastgesteld in Zeeuws-Vlaanderen. Voor een Rode lijstsoort is dit een bemoedigend teken. Recent is een schedelfragment van een Veldspitsmuis gevonden in braakballen afkomstig uit de omgeving van Baarle- Nassau. De Veldspitsmuis en de Huisspitsmuis stammen oorspronkelijk af van de Afrikaanse Wittand-spitsmuizen. Voor hun overleving zijn ze aangewezen op relatief warmere verblijfplaatsen. Waar de Huisspitsmuis doorgaans sterk gebonden is aan menselijke bewoning (huizen, kassen en composthopen), lijkt de Veldspitsmuis zich ook verder van menselijke bewoning te kunnen ophouden. Veldspitsmuizen leggen een voorkeur aan de dag voor droge akkers en weiden. Ze accepteren een geringere dekkingsgraad van de vegetatie. In Zeeuws-Vlaanderen zijn de meeste vangsten bekend van kruidenrijke vege taties van dijken en overhoekjes. Het dieet bestaat voor de bijna de helft uit kevers, slakken en miljoenpoten. Daarnaast prijken, in afnemende fre quentie, hooiwagens, vliegen, duizend poten, spinnen, pissebedden, wormen en diverse insectenlarven op het menu, maar ook (dode) spitsmuizen worden niet versmaad. Veldspitsmuizen hebben een hoge stofwisselingssnelheid, en hebben veel voedsel nodig. Ze kunnen per dag wel de helft van hun eigen lichaamsgewicht aan voedsel te verorbe ren. Veldspitsmuizen houden zich niet bepaald stil: ze zijn in staat om zon acht verschillende soorten geluiden te produceren. Dit varieert van piepen bij pasgeborenen, tsjirpen bij volwassenen bij begroeten en dreigen, tot een soort gezang bij bronstige vrouwtjes. Naast dit bijzondere repertoire aan geluiden beschikken Veldspitsmuizen ook over een markante geurklier op hun flanken: deze plaats met een grootte van ca. een halve vierkante centimeter is te herken nen aan de kortere beharing. Jongen die in het voorjaar of vroeg in de zomer geboren worden, zijn in het najaar geslachtsrijp. Na een draagtijd van ongeveer 30 dagen, worden meestal vijf Beetkaravaan 111

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2001 | | pagina 111