niet: dit jaar op deze plaats tien exem plaren, volgend jaar wellicht twintig. Misschien volgend jaar wel helemaal niets, of juist tweehonderd, en het jaar daarna weer geen enkele. Ook al is de Klavervreter officieel een hogere plant, in een aantal zaken lijkt hij meer op een paddestoel. De eigenlijke plant zit in de grond. Daar vindt de strijd om het bestaan plaats, en nestelt het oorspron kelijke kiemworteltje zich in de wortel van zijn gastheer. Daar ontstaat een ondergrondse knol waarin waardplant en parasiet innig met elkaar zijn verbon den. Wat we bovengronds zien is slechts een bloeistengel, met bloemen die een bijzonder groot aantal zaden produceren (wel meer dan f0.000 per plant), en dan weer afsterft. Er kunnen meerdere jaren voorbij gaan zonder dat de plant in bloei komt en dat de soort dus ogenschijnlijk verdwenen is. De Klavervreter is een zeldzaam gewor den soort. Ooit waarschijnlijk vanuit het Middellandse Zeegebied in onze streken terechtgekomen. Zuid-West- Nederland heeft wat klimaat betreft een streepje voor. Hier is het immers gemiddeld allemaal net ietsje zachter, net iets warmer en hebben de winters net wat minder strenge vorstdagen. Het verspreidingsgebied van de Klavervreter is overigens dankzij de mens uitgebreid. Zo waren er nog geen eeuw geleden veel paarden op het platteland en om die bij te voeren werd op grote schaal klaver ingezaaid. In deze klavervelden, met name die van de Rode klaver, gold de Klavervreter als een geducht onkruid. Door woekering van de parasiet ging de vitaliteit van de klavers wel achteruit. Inmiddels zijn deze velden verleden tijd en waarschijnlijk is dit één van de belangrijkste redenen waarom de plant steeds minder voorkomt. Wat rest, groeit de ene keer in een wegberm, de andere keer langs een zonnig dijktalud, en dan weer in een vochtig kreekgras land tussen de orchideeën. RM. 135 Klavervreter

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2001 | | pagina 135