vooral langs duinbeekjes gestaan te hebben. In de duinen van Walcheren worden ook verwilderde kweekvormen van de Stengelloze sleutelbloem met verschillende kleuren (geel, roze, rood, violet, wit) aangetroffen. Nederland ligt aan de westgrens van het verspreidings gebied dat reikt tot het Zwarte Zeegebied. Het is de vraag of de oor spronkelijke vorm in ons land nog echt in het wild voorkomt. De echte wilde Stengelloze sleutel bloem heeft bleekgele bloemen (2-3,5 cm) met een dooiergeel 'hart'. De recht opstaande bloemstelen, die na de vruchtzetting naar de grond buigen, vormen een 'zittend scherm'. De blade ren staan in een rozet. Het is een meer jarige plant, die overwintert met winter- knoppen op of iets onder de grond, en vroeg bloeit om op tijd vruchten te kun nen vormen. Vroegvliegende insecten, zoals de Aardhommel en de Sachembij, helpen bij de bestuiving. Behalve bestuiven wil de Aardhommel ook nog wel eens inbreken, dat is te zien aan het gaatje in de kelk- en kroonbuis. Om de kruisbestuiving te bevorderen zijn er twee bloemvormen: planten met langstijlige bloemen en planten met kortstijlige bloemen. Door naar de bloemopening te kijken is goed te zien met welke vorm men van doen heeft. Op wat grotere groeiplaatsen komen beide vormen voor. Bij het verspreiden van de zaden komen mieren te hulp. Gelokt door het mierenbroodje (een oliehoudend aanhangsel) gaan ze met de zaden slepen. Verder dienen sleutel bloemen als voedselplant voor de nachtvlinder Noctua fimbriatei en het mineervliegje Phytomyza primulae. R.d.L. Stengelloze sleutelbloem 141

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2001 | | pagina 141