legd bij de bestrijding van de iepziekte
en het bacterievuur (ook wel perenvuur
genoemd).
Naast de Sponsbekerzwam zijn er diver
se andere bekerzwammen die in hun
voorkomen beperkt zijn tot brandplek-
ken. Maar ook plaatjeszwammen als het
Valse hazenpootje, de Splijtplaat en de
Brandplekbundelzwam zijn uitsluitend
aan te treffen op brandplekken. Een
beruchte brandplekbewoner is tenslotte
de Oliebolzwam Rhizina undulata), die
op grond van zijn standplaats door bos
bouwers 'Koffievuurtjeszwam' wordt
genoemd. Vanuit stookplaatsen in
naaldbossen kan deze karakteristieke
brandpleksoort voor geduchte scha
de in de bosbouw zorgen,
omdat de zwam vanuit
oude stookplaatsen de
omliggende bomen kan
infecteren in een steeds
wijder wordende cirkel.
Het aanleggen van
stookplaatsen is omwille
van het milieu sterk aan banden
gelegd. Dat is uit natuurbeschermings
oogpunt alleen maar toe te juichen.
Voor de kleine, maar karakteristieke
groep van brandplekzwammen kan het
echter een serieuze bedreiging worden,
want spontane branden komen in de
Nederlandse natuur nauwelijks meer
voor.
den en gekroesd, en doet wel wat den
ken aan de hersenmassa van een
geslacht dier. Tot voor kort werd de
Sponsbekerzwam beschouwd als een
nauwe verwant van andere bekerzwam
men uit het geslacht Peziza. In de gang
bare paddenstoelengidsen wordt de
soort Peziza proteana var. sparassoides
genoemd. Sinds kort wordt de sponsbe
kerzwam beschouwd als een heel ande
re soort, en behorend tot een aparte
familie.
Met een doorsnede van soms meer dan
een decimeter, en een hoogte van wel
25 centimeter, is de Sponsbekerzwam
een verschijning die je nauwelijks over
het hoofd kunt zien. De recente ver
schijning in Nederland berust daarom
zeer waarschijnlijk op een daadwerke
lijk nieuwe vestiging. Omdat vier van de
vijf vondsten gedaan zijn in Zeeland, is
het aannemelijk dat het gaat om een
noordwaartse uitbreiding, mogelijk
onder invloed van het warmer worden
de klimaat. Daarbij zal de soort zeker in
de kaart gespeeld zijn door de grote
hoeveelheid stookplaatsen die is aange-
Sponsbekerzwam
156