gekweekt of geïmporteerd en is in tui
nen en plantsoenen aan te treffen. Dat
betekent niet dat het vlindertje ook
overal voorkomt. In Nederland wordt
deze vlindersoort alleen aangetroffen in
Kortgene op Noord-Beveland. Daar
vliegt het vlindertje bij de kerk van de
Gereformeerde Gemeente aan de
Torendijk en bij de begraafplaats aan de
Hoofdstraat. In f984 werden de eerste
motjes daar gesignaleerd. Sindsdien
worden ze elk jaar aangetroffen in de
maanden mei en juni. Dan kunnen ze
in de vooravond uit de voedselplant
worden opgejaagd, soms bij tientallen
tegelijk. Tot nu toe is niet gebleken dat
de Juniperus-struiken ernstig te lijden
hebben van de vraat door de rupsjes.
Aangenomen wordt dat het vlindertje
een adventief is dat met geïnfecteerd
plantenmateriaal in Kortgene terecht is
gekomen. Dat was ook het geval in
Groot-Britannië waar de afgelopen jaren
één vlindertje werd aangetroffen in
Londen. Dat de verspreiding van de
soort in ons land geen gelijke tred
houdt met de ruime verspreiding van
de uitheemse voedselplant is opvallend.
Een verwante soort (Argyresthia trifascia-
ta) die in f982 voor het eerst in
Oegstgeest werd gezien, heeft
inmiddels wel het hele land gekoloni
seerd.
De geringe neiging tot migratie blijkt
ook uit het voorkomen van de soort
elders in Europa. Het beestje is alleen
bekend van enkele plaatsen in de
Westelijke Alpen op de grens van
Frankrijk en Zwitserland, waar het vliegt
tot f800 m hoogte. Buiten Europa is de
soort gesignaleerd in Marokko in het
Hoge Atlas gebergte tot op een hoogte
van 2500 m! Hieruit kan worden afge-
Argyresthia reticulata