sierden de lage zilte vegetatie langs de geultjes. De laatste tijd echter ging de soort in rap tempo achteruit, en in snel tempo leek de plant uit het gebied te verdwijnen. Totdat plotseling in 1999 een nieuwe groeiplaats werd ontdekt. Tienduizenden exemplaren, dicht opeengepakt, rezen op uit een open kweldergrasbegroeiing. Dat is precies de omgeving waar we de Gesteelde zoutmelde moeten zoeken. Een ijle, korte vegetatie waarin Gewoon kweldergras het beeld bepaalt. Hierin moet de plant ieder jaar opnieuw de concurrentie aangaan met andere zout- minnende éénjarigen. Met het verstrij ken van de decennia hoogt het schor door opslibbing langszaam op. Het zoutgehalte verandert en het dominante kweldergras wordt geleidelijk vervangen door een mat van Zilte rus. Mits vol doende open, staat ook hier de soort zijn mannetje. Pas als door voortschrij dende verzoeting de eerste plukjes Strandkweek ten tonele verschijnen is het einde nabij. Deze tiran van het schor duldt geen metgezellen. In het veld is de Gesteelde zoutmelde maar een beperkte periode met zeker heid op naam te brengen. De kort- gesteelde vrouwelijke bloeiwijzen, die aan het eind van de zomer verschijnen, vormen hét handvat voor herkenning. Na de bloei groeien deze steeltjes verder uit en steken de vruchten als een boe ket van los geschikte botjes boven de lage vegetatie uit. Het grootste deel van zijn leven verslijt de Gesteelde zoutmelde als vegetatieve dubbelganger van een ander familielid: Gewone zoutmelde. Een oude Heukels' schoolflora uit 1927 omschrijft deze vermomming als volgt: plant met vleezi- ge, gaafrandige bladen, die evenals de geheele plant met een grijsachtig stofbedekt zijn'. Dit grijs gekleurde 'stof' wordt ver oorzaakt door kleine witte haartjes die Gesteelde zoutmelde 174

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2001 | | pagina 174