bewoner van brakke sloten en kreek restanten in het polderland. De plant groeit daar in gezelschap van soorten als Heen Scirpus maritimus), Selderij Apium graveolensen Zilt torkruid Oenanthe lachenalii)Maar Heemst kan ook optreden als laatste relict uit een zilt verleden in volledig verzoete sloten als die in het Poelbos bij Goes. Een omvangrijke en klassieke groei plaats is die bij het Groote Gat van Oostburg in West-Zeeuws-Vlaanderen. Daar groeit de Heemst in brakke rietvel den, die omzoomd worden door water waarin levende stenen, gevormd door het mosdiertje Electra crustulenta voor komen. Deze groeiplaats illustreert tevens uitstekend het dilemma waar natuur beheerders voor staan in de schaarse brakke natuurgebieden. Veel natuurwaarden kun nen hier in hoge mate profiteren van de voor ziene opzetting van het waterpeil, maar voor brakke soorten als de Heemst en de levende stenen betekent zo'n peilverhoging de nek slag. Natuurbeheer ders worden in dit soort gebieden voor een bijzonder lastige keuze gesteld. Tot aan het begin van de twintigste eeuw kwam in Zeeland op meerdere plaatsen een op Heemst gespeciali seerde dagvlinder voor, namelijk het Kaasjeskruiddikkopje (Carcharodus alceaeof Halsband- dikkopje. Zeeland gold destijds, samen met Gelderland en Zuid-Limburg, als een bolwerk voor deze zeldzame dag vlinder. De belangrijkste vindplaats was Stavenisse, waar tussen 1900 en 1902 regelmatig meer dan 10 exemplaren tegelijk gezien werden. Het Kaasjes kruiddikkopje is in Nederland echter uitgestorven en alleen in Zuid-Limburg wordt nog een enkele keer een zwer vend exemplaar waargenomen. De Heemstspanner Larmtia clavariais ook genoemd naar de Heemst, maar de naam van de vlinder suggereert een sterkere binding dan die in werkelijk heid is. Op verschillende kaasjeskrui- Heemst 177

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2001 | | pagina 177