gelvlekje nabij de vleugelpunt) is lang, geel en heeft zwarte randaderen. In Zeeland kunnen mannetjes het makke lijkst verward worden met de algemeen voorkomende Heidelibellen, die echter een smal achterlijf, gedeeltelijk bruin borststuk en bruin tot zwart pterostig- ma hebben. De Vuurlibel is een 'zuidelijke soort' en komt algemeen en wijdverspreid voor rond de Middellandse Zee, in Afrika en van Klein-Azië tot in Noord-Indië. Eind jaren '80 lag de noordwestgrens van zijn verspreidingsgebied in Midden- Frankrijk en Noord-Italië, met noorde lijk daarvan alleen enkele verspreide populaties. In Noordwest-Europa heeft de soort zich in de jaren '90 naar het noorden uitgebreid tot in Zuid- Nederland. In Zeeuws-Vlaanderen werden in 1993 en 1994 bij Axel enkele Vuurlibellen aangetroffen, terwijl de soort al 20 jaar niet meer in ons land was gezien. In 1995 ontbrak de soort, maar in 1996 en 1997 werd de Vuurlibel gezien bij de Braakman, in 1998 bij het Vinkennest en nabij Hulst, en in 1999 op de Hooge Platen en bij Heikant. In 1994 werden ook 4 - 5 exemplaren gevonden in de tuin van het Zeeuws Biologisch Museum (Walcheren). In 1996 werd hier een mannetje gezien en in 1997 zeven exemplaren waaronder een ei- Vuurlïbel 184

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2001 | | pagina 184