in razend tempo tot een niet ongewone
verschijning. In Zeeland althans, want
afgezien van Zuid-Limburg is het elders
in Nederland nog steeds een bijzondere
soort.
Twee dingen zijn daarbij opmerkelijk. In
de eerste plaats valt het op hoeveel van
de eerst gekoloniseerde groeiplaatsen
gelegen zijn langs belangrijke transpor
tassen in de provincie. Dat lijkt erop te
wijzen dat aanvoer van het stoffijne
zaad van de plant kennelijk toch tot op
zekere hoogte gekoppeld is aan de
mens. Dat heeft op zijn minst de ver
spreiding versneld, want ongetwijfeld
was de Bijenorchis ook op eigen kracht
uiteindelijk ookwel hier gearriveerd. De
vestiging past helemaal in het plaatje
dat we ook zien bij dagvlinders als het
Landkaartje en de Gehakkelde aurelia
en vogels als de Cetti's zanger. Het is
heel goed mogelijk dat één en ander
een gevolg is van het warmer worden
van het klimaat.
Een tweede opmerkelijk gegeven is dat
de Bijenorchis na een lange aarzelende
aanloopperiode in vrij korte tijd ineens
vaste voet wist te verkrijgen. Hier dringt
zich een vergelijking op met een andere
orchidee, te weten het Hondskruid
(Anacamptis pyramidalis)Deze tot voor
kort uiterst zeldzame soort is momen
teel van vijf groeiplaatsen in Zeeland
bekend, en het lijkt een kwestie van tijd
voordat deze schoonheid zich een even
vaste plek heeft verworven als de
Bijenorchis. Opvallend is daarbij dat
ook het Hondskruid weer vooral langs
grote wegen te vinden is. En dan is er
zelfs nog een derde soort in het spel: de
Bokkenorchis Himantoglossum hirci-
num). Reeds in de Atlas van de
Nederlandse flora uit 1985 wordt een
parallel getrokken tussen de toen nog
zeldzame Bijenorchis en de nog veel
zeldzamere Bokkenorchis. Van beide
soorten wordt vergelijkenderwijs
gemeld dat 'de diverse vondsten
een groot interval in ruimte en tijd'
hebben. Laat nu uitgerekend de
Bokkenorchis zich ook op tenminste
twee plaatsen langs een hoofdweg in
Zeeland gevestigd hebben. Onder
orchideeënliefhebbers geldt onze pro
vincie inmiddels na Zuid-Limburg als
een orchideeënprovincie bij uitstek.
C.J.
Bijenorchis
188