holen en gangen in strooisel en ondiep onder de grond en hebben een dagelijk se actieradius van ongeveer 50 meter. De voortplanting speelt zich af van april tot oktober. In deze periode zijn de die ren gebonden aan een territorium. Per seizoen kunnen 3 tot 4 worpen plaats vinden van elk 3 tot 7 jongen. De jonge dieren zijn al na enkele weken geslachtsrijp en nemen in hun geboor tejaar al deel aan de voortplanting. In een goed zomerseizoen kan de popula tie sterk in aantal toenemen, met een top in de maanden augustus en sep tember. Het leefgebied kan daarbij zó overbevolkt raken, dat sommige dieren genoodzaakt zijn naar andere gebieden uit te wijken. Zwervende dieren kunnen afstanden van enkele kilometers afleg gen. Zonodig passeren ze daarbij, al zwemmend, open water. Er zijn zwem afstanden bekend van meer dan een kilometer. In een strenge winter wordt de popula tie gedecimeerd. Natuurlijke sterfte, predatie en sterfte door voedseltekort worden in deze periode niet door aan was gecompenseerd. Aan het eind van een strenge winter is de Noordse woel- muis uit veel leefgebieden verdwenen. Dat komt ook door de korte levensduur van de dieren - ze worden hooguit anderhalf jaar oud - en door de aard van het leefgebied. Veel moerasgebie den staan in de winter kortere of lange re tijd onder water. Zodra hun leefge bied overstroomt, trekken de dieren noodgedwongen weg. Dat de Noordse woelmuis tot op de dag van vandaag in Nederland heeft kunnen overleven is te danken aan de aanwezig heid van vele oppervlaktewateren, met talrijke eilanden en uitgestrekte moeras sen. De dieren zijn aangepast aan derge lijke koude en vochtige biotopen. Zelfs aan overstromingen zijn ze gewend, want met hun zwemvermogen zijn ze in staat om overstroomde gebieden te ont vluchten en weer snel terug te keren zodra het waterpeil is gezakt. De Noordse woelmuis is hier in het voor deel ten opzichte van zijn meer 'warm- teminnende' en 'plaatsgetrouwe' con currenten uit het zuiden, de Veldmuis en de Aardmuis. Peilbeheersing en infrastructurele wer ken zijn in het nadeel van de Noordse woelmuis. Dat bleek bij de uitvoering van de Deltawerken op Noord- Beveland. Tot midden 20e eeuw kwam de Noordse woelmuis wijd verspreid op dit eiland voor. Binnen enkele jaren na de voltooiing van de Zandkreekdam en de Brouwersdam, rukte de Veldmuis via de wegbermen Noord-Beveland binnen en trok de Noordse woelmuis zich terug langs de zeedijken en in de karre- Veldmuis 192

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2001 | | pagina 192