de particuliere natuurbescherming
geworden. In Nederland en in de
meeste landen om ons heen worden
door terreinbeheerders maatregelen
genomen om de kolonies van de Grote
sterns 24 uur per dag in het oog te kun
nen houden.
Zoals de meeste sternsoorten zijn de
Grote sterns in de zomer voedselspecia-
listen. Het basisvoedsel in het voorjaar
bestaat uit volwassen Zandspiering.
Concentraties vissende sterns zien we
boven de Vlakte van de Raan tot voor
de kop van Walcheren en in het noor
den van de Delta boven de platen voor
de Kwade Hoek.
Rond de 30e april kan binnen een uur
door honderden paren tegelijk de
broedplaats betrokken worden. Het leg-
sel bestaat uit één of hooguit twee eie
ren. Het legselgewicht is afhankelijk van
de gewichtstoename van het vrouwtje
en dat is volledig afhankelijk van de
vangst van Zandspiering. Het produce
ren van een legsel lukt meestal nog wel.
De schoen gaat pas echt wringen, zodra
het kuiken geboren is. De dagen wor
den weliswaar langer, maar door de
extra kostganger moet het aantal voed-
selvluchten meer dan verdubbeld wor
den. Grote sterns kunnen het opbren
gen om afstanden van 20 km te
overbruggen tussen broed- en voedsel-
gebied, maar dan moet de beloning er
wel zijn. Een Haring levert energetisch
gezien zo'n 30% meer op dan een
Zandspiering van dezelfde lengte. Het
gaat met het kuiken mis zodra de
Haringscholen te ver uit de kust blijven,
het gaat mis zodra het water te troebel
wordt, het gaat mis zodra de stroom-
snelheden van het water te hoog wor
den, het gaat mis als beide partners
gaan vissen en dan kan er uiteraard nog
van alles mis gaan op de broedplaats
zelf.
Terreinbeheerders zijn zuinig op hun
Grote sterns en hebben bewondering
voor de ouders van iedere uitgevlogen
jong. En dan is de zorg van de ouders
nog niet eens over. Tijdens de herfst-
trek, tot ver voorbij de Golf van Biskaje,
wordt iedere juveniele Grote stern door
z'n ouders nog gevoerd en het vangen
van een vis wordt op weg naar de ande
re kant van de aardbol aangeleerd!
Re.B.
Zeevenkel
Crithmum maritimum
Zeevenkel is een tot ongeveer een
halve meter hoge plant die haast
altijd groeit op de glooiing van zeedij
ken, één tot twee meter boven de hoog-
waterlijn. Het is een overjarige plant die
aan de voet verhout is. De bladeren zijn
samengesteld uit vlezige spatelvormige
deelblaadjes. De plant groeit compact
en van juli tot oktober zijn er geel-witte
bloeischermen te vinden. Zeevenkel
behoort tot de familie der schermbloe-
migen. De plant vermeerdert zich via
zaad. Bij een storm waaien de zaden in
zee, worden meegevoerd met de stro
ming, en met het schuim van brekende
29