vlinder nauwelijks bekend is, wordt
natuurlijk mede veroorzaakt door het
feit dat het een nachtvlinder is, welke
behoort tot de familie van de uilen
(Noctuidae). De Nederlandse naam,
Geveerde witvleugeluil, is pas in f999
gepresenteerd.
De allereerste exemplaren van deze
ondersoort werden bij Domburg verza
meld in september f930: twee mannet
jes en twee vrouwtjes. Dat deze exem
plaren tot een aparte ondersoort
behoorden, werd pas ruim 30 jaar later
ontdekt. In f964 verscheen het elfde
supplement van de Catalogus der
Nederlandse Macrolepidoptera waarin
B.J. Lempke de subspecies zeehmdica
voorstelt. De uit Vlissingen afkomstige
Bob van Aartsen is onlosmakelijk ver
bonden met deze soort. Hij leverde vrij
wel al het wetenschappelijke materiaal,
aan de hand waarvan kon worden afge
leid dat de vlinders verschillen van de
Zuid-Franse vorm en de Engelse vorm.
Bijna alle exemplaren bleken somberder
gekleurd en bovendien bleek de grond-
kleur donkerder. In de jaren '50 en '60
werden vrijwel alle exemplaren op
Walcheren gevangen, waar de soort
plaatselijk algemeen was. In Zeeuws-
Vlaanderen werd de vlinder in f963
voor het eerst gevangen bij Cadzand.
Op Schouwen werd in de jaren '50 en
'60 veel geïnventariseerd om de soort te
vinden. Uiteindelijk was het opnieuw
Bob van Aartsen die in f995 de eerste
clustralis kon verschalken op Schouwen.
Alle vondsten kwamen tot dan uit het
duingebied en men veronderstelde dan
ook dat het een typische duinsoort was.
Dat deze veronderstelling niet juist is, is
door leden van de Vlinder- en
Libellenwerkgroep Zeeland in het jaar
2000 aangetoond. Mogelijk was 2000
een uitzonderlijk goed jaar voor de vlin
der, omdat hij op meerdere plaatsen in
Zeeland werd aangetroffen. De soort
werd namelijk niet alleen in het duinge
bied bij Oostkapelle gevangen, maar
ook in Wissenkerke en Kortgene. In
Oost-Souburg werden zelfs f6 exempla
ren gevangen waarvan 5 in de woon
kern.
De rupsjes komen vrij snel, al in okto
ber, uit het ei en eten bij zacht winter
weer gewoon door, om uiteindelijk half-
mei te verpoppen. Wat voedsel betreft
zijn de rupsen niet kritisch, omdat ze
zowel diverse kruiden als grassen eten.
Geveerde witvleugeluïl