Zeekraal
kant van Goeree-Overflakkee.
Hij stond in smalle gordels
aan de bovenrand van slik-
fjj ken, en in schorkommen.
Nu is de plant een grote
zeldzaamheid geworden. In
de provincie Zeeland komt
hij waarschijnlijk nog maar
op één enkele plek voor, bui
tendijks in het Ooster-
scheldegebied bij Krabben-
dijke.
Deze drastische achteruitgang
wordt toegeschreven aan de
opkomst, in de 20e eeuw, van
een veel vitaler familielid, die
Klein slijkgras vrijwel volledig
heeft verdrongen. Deze soort,
Engels slijkgras genaamd Spartina
anglicais eigenlijk een bastaardsoort,
die als directe voorouders Klein slijk
gras en een slijkgras van de Noord-
Amerikaanse oostkust heeft. Deze
Amerikaan Spartina alterniflorais ver
moedelijk met scheepsballast in Zuid-
Engeland terechtgekomen. De kruising
tussen Klein slijkgras en zijn
Amerikaanse verwant heeft bijzonder
vitale nakomelingen opgeleverd; een
beetje te vitaal wellicht, zoals uit de wei
nig vleiende naam Slikpest blijkt. Deze
nieuwe soort is nu algemeen op de
Zeeuwse schorren. We moeten daarbij
wel opmerken dat hij bij zijn versprei
ding een stevig handje door de mens is
geholpen. Vanaf f924 is hij aangeplant
in het Deltagebied en later ook in het
Waddengebied, omdat het zo'n voor
treffelijke slibbinder was die dus heel
goed voor landaanwinning kon worden
ingezet.
M.H.
Salicornia brachystachia
en S. dolichostachya
De gemiddelde Nederlander zal
waarschijnlijk maar een handjevol
plantensoorten kunnen herkennen,
zoals Madeliefje, Paardenbloem of
Brandnetel. Zeeuwen kunnen er daar
minstens één aan toevoegen: Zeekraal.
Dit komt omdat Zeekraal er zo apart uit
ziet, omdat je hem alleen maar op
schorren of in binnendijkse zoute
gebieden tegenkomt, en omdat je hem
kunt eten. Oudere Zeeuwen kennen
voor 'Zêêkrael' een fraaie streeknaam:
'Krabbekwaed', en in Zeeuws-
Vlaanderen gingen ze vroeger 'Zouterik
snieën in 'tZwin'. Zeekraal zou eigenlijk
een plaats in het wapen van Zeeland
verdienen, want dit dappere plantje
heeft meegeholpen aan het ontstaan
van grote delen van Zeeland. Enige
extra aandacht is hier dan ook gepast.
Van het standaard-bouwplan van een
plant, een stengel, bladeren en bloe
men, is bij Zeekraal op het eerste
gezicht niet zoveel te herkennen. De
bladeren hebben zich niet afzonderlijk
ontwikkeld, maar zijn vergroeid met
een stengellid. Een vergroeid bladpaar
plus stengellid vormt een rolrond, dik-
vlezig segment. De plant bestaat uit een
hoofdas, en kruisgewijs geplaatste zijas
sen, die op hun beurt ook weer vertakt