kunnen zijn. De hoofd- en zijassen zijn, als stijve kralensnoertjes, opgebouwd uit de segmenten. In augustus vormt de plant bloeiaren. Onderaan de topseg menten zitten drie schubben, bloem- dekken, en door een spleet in ieder bloemdek stulpen zich hetzij eerst meeldraden, hetzij eerst stempels naar buiten, waarna bestuiving plaatsvindt door wind of water. De zaden rijpen achter de dekseltjes. Van de Kortarige zeekraal (zie hierna) vallen de bloem- dekseltjes af, waarna de losse zaden zich verspreiden. Bij de Langarige zeekraal blijven de zaden meestal aan de afster vende plant zitten en kan het houtige plantenoverblijfsel onder invloed van wind en water in het slik begraven raken. Zo vormt het een verankering voor het zaad in het dynamische getij- denmilieu. Een goed uitgegroeide Zeekraalplant kan wel f00.000 zaden leveren, terwijl er per m2 enkele duizenden planten kunnen voorkomen. Die massale aan wezigheid van zaad bleek bijvoorbeeld direkt na de afsluiting van de Grevelingen door de Brouwersdam in 1971. Er viel toen zo'n 2.600 hectare slikken en platen droog. De eerste jaren na de afsluiting werden honderden hec tares drooggevallen grond bedekt door Zeekraal, de ultieme pionier onder de zoutplanten. Zeekraal is een éénjarige soort, die van de zoutplanten de hoogste tolerantie heeft voor zoutfluctaties van het grond water. Onder dergelijke extreme omstandigheden hoeft de soort niet met andere soorten te concurreren om voedsel, water en licht. Zodra echter het milieu minder extreem wordt, vestigen zich andere soorten. Zeekraal blijkt dan nauwelijks te kunnen concurreren en verdwijnt binnen enkele jaren. Van oorsprong groeit Zeekraal in de getijdenzone, aan de zeekant van schor ren. Het is de eerste landplant die zich weet te vestigen in de overgangszone van zee en land, daar waar de golfslag voldoende getemperd is om planten groei toe te staan. Is eenmaal een Zeekraal-vegetatie aanwezig, dan wordt hierdoor de stroming geremd en kan slib worden ingevangen. Daardoor hoogt het slik op, worden de milieu omstandigheden minder extreem, en kunnen andere zoutplanten zich vesti- Zeekraal 49

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2001 | | pagina 49