a
Hf
topje van het takje af waarin ze al die
tijd hebben gezeten. Dit topje wordt
hun koker waarmee ze tot ongeveer
half-oktober over de plant lopen en
eten van de Zeekraal. Alleen in deze
periode zijn ze uitwendig op de plant
aanwezig. Daarna gaan ze naar bene
den, verlaten hun koker en kruipen weg
in de modder om daar te overwinteren.
Eind-mei of begin-juni verpoppen ze in
de grond.
ook op schorren voor en zijn alle grijs
met een gelige en donkere bestuiving.
De rupsen van de Zeerus kokermot
(Coleophora maritimellaleven verbor
gen van en in de zaden van uitsluitend
Zeerus. De rupsen van de Zilte rus
kokermot Coleophora adjunctdia) leven
alleen op Zilte rus. Beide soorten zijn
meestal wel te vinden op de plaatsen
waar hun voedselplant staat. Andere
soorten leven op meer dan één voedsel
plant. Zo kan de Zoutmelde kokermot
Coleophora atriplicisin september in
grote aantallen op Zoutmelde worden
gevonden, maar hij komt ook voor op
andere melde-soorten en op ganze-
voetsoorten. De hier genoemde koker-
motsoorten komen alleen voor op
schorren en op binnendijkse zilte terrei
nen, in zowel het Delta- als het
Waddengebied.
M.J.
De vlinder is tamelijk rossig gekleurd en
kan redelijk goed van andere soorten
onderscheiden worden door de aanwe
zigheid van een bruine vlek midden op
de vleugel. De Lamsoor kokermot is
wat kleiner en heeft een prachtige don
kere metaalglans en is daaraan ook goed
herkenbaar. Deze soort is gebonden aan
Lamsoor. De rups leeft in september
van lamsoorzaden waarbij de zak of
koker bestaat uit een uitgebloeid
bloempje zodat de rups totaal onvind
baar is wanneer hij niet beweegt. De
vlinders van de meeste andere soorten
kokermotten zijn niet of nauwelijks van
elkaar te onderscheiden. De hieronder
genoemde soorten komen bijvoorbeeld
Zilverplevier
Pluvialis squatarola
De Zilverplevier is het hele jaar in
Zeeland te zien, maar de soort
broedt hier niet. De vogels die in
Nederland voorkomen, broeden in
Noord-Siberië. Na het broedseizoen
vertrekken de Zilverplevieren al in juni
naar de overwinteringsgebieden langs
de kusten van de Noordzee,
Middellandse Zee en Afrika. De eerste
Zeekraal
52