aangepast aan het dynamische karakter
van zijn leefgebied. Dat is 'ie dan ook.
Getijdenloopkever
Bembidion (Cillenus) lateralis
De getijdenloopkever is wel een heel
bijzondere onder de ongeveer 350
loopkeversoorten die Nederland rijk is.
Het is een klein beestje van hoogstens
4,5 millimeter. Wel mooi gekleurd,
maar dat zie je pas als de kever onder
een vergrootglas ligt. De kop is metaal-
groen terwijl de dekschilden geelbruin
zijn.
Hun woongebied wordt gevormd door
de zoute getijdengebieden: dit zijn
dynamische gebieden die bij eb droog
vallen en bij vloed weer onder lopen.
Loopkevers zijn landrotten en alleen
daarom al is het opvallend dat er kevers
leven in die gebieden. Hoe krijgen ze
dat voor elkaar? Het gaat in wezen om
het oplossen van twee problemen: hoe
redden ze zich tijdens hoogwater wan
neer de plaat onder water komt te
staan, en hoe koloniseren ze nieuwe
gebieden. De meest voor de hand lig
gende oplossing is vliegen. De meeste
loopkeversoorten die voorkomen in
dynamische gebieden kunnen dat
prima. Op die manier koloniseren ze
zulke terreinen snel en kunnen bij cala
miteiten het gebied ook weer snel verla
ten. De Getijdenloopkever kan echter
niet vliegen: de vliegvleugels zijn rudi
mentair en dus heel klein. De soort
moet dus op een andere manier zijn
Wanneer de platen droogvallen komen
na verloop van tijd de kevers te voor
schijn. Tot het water weer opkomt heb
ben ze de tijd om rond te lopen en te
eten. Tijdens vloed verbergen ze zich in
de bodem in diepe, met lucht gevulde
gangen. Daarbij is het type zand van
belang. Het moet niet te fijn zijn, want
dan storten de gangen in: anderzijds
levert te grof zand ook problemen op
vanwege de hanteerbaarheid van het
materiaal. In die gangen kunnen ze
overtijen totdat het weer eb wordt. Het
is welhaast zeker dat zij die gangen niet
zelf maken. Ze maken gebruik van gan
gen die gemaakt zijn door een nog klei
nere kortschildkever, die ook op de pla
ten leeft en luistert naar de naam Blalius
arenarius. De Getijdenloopkever trekt er
gewoon bij in.
Getijdenloopkever
56