typerende grijze snavel geven deze een
den een heel eigen uiterlijk. In de ruitijd
lijken de mannetjes veel op de vrouw
tjes, net als de jonge mannetjes buiten
de ruitijd. Ze zijn dan wat moeilijker
van elkaar te onderscheiden, maar als je
goed oplet is de iets donkere rug van
het mannetje duidelijk zichtbaar. Ook
blijft de chocoladebruine kop van het
mannetje herkenbaar, zij het iets minder
opvallend.
De Pijlstaart is een echte grondel-eend.
Een groot deel van de dag duikt hij met
de kop onder water, onderwijl pedde
lend met zijn poten en zijn evenwicht
met zijn staart bewarend. Zijn voedsel
bestaat uit waterplanten, vruchten, wor
tels en zeegras. In andere delen van zijn
verspreidingsgebied in Europa eet de
Pijlstaart graan, rijst en zelfs eikels.
Dierlijke bestanddelen van zijn voedsel
zijn insecten, weekdieren, visjes en kik
kervisjes. Het zoeken van voedsel vindt
voornamelijk 's nachts plaats.
In Nederland is er per jaar ongeveer
sprake van 50 tot f00 broedgevallen.
De kans om hem in de zomerperiode
tegen te komen is dus te verwaarlozen.
De Pijlstaart is vooral 's winters aange
wezen op Zeeland. Een groot deel van
de Europese populatie overwintert in
het Deltagebied.
Na de afsluiting van verschillende
Zeeuwse wateren van de open zee liep
aanvankelijk het aantal overwinterende
Pijlstaarten terug. Het verdwijnen van
zeegrasvelden in de Grevelingen en het
verzanden van slikken zijn genoemd als
mogelijke oorzaken. Inmiddels trekken
de aantallen weer wat aan. Er overwin
teren nu in de Zeeuwse wateren tussen
de 4.000 en de 8.000 Pijlstaarten. Dat
is al gauw meer dan 10% van de
Europese populatie, die geschat wordt
op 70.000 exemplaren. Veel van de
Pijlstaarten trekken door naar Frankrijk,
Spanje, Portugal en West-Afrika. Als het
écht te koud wordt in Zeeland, trekken
de 'Zeeuwse' Pijlstaarten ook graag de
Noordzee over naar Engeland. Om de
Pijlstaart in zijn natuurlijke broedomge-
ving zien, is een reis naar Scandinavië of
Noord-Rusland nodig. De Pijlstaarten
broeden daar in open terrein, wat ver
der weg van het water, onder min of
meer arctische omstandigheden. De
Pijlstaart stopt zijn nest minder goed
weg dan andere eendensoorten. Maar
het is natuurlijk gemakkelijker om het
dier hier in zijn overwinteringsgebied te
bekijken. Zoek eens één van de vele
vogelkijkhutten op. Met een verrekijker
en een thermoskan met koffie kunt u
zich een hele middag vermaken met het
observeren van de Pijlstaart en andere
overwinterende watervogels!
H.v.H.
Tureluur
Tringa totanus
De Tureluur is bij uitstek een karak
teristieke Zeeuwse vogel. Of je nu
langs de zeedijk loopt, langs een zand
plaat vaart, of over het platteland fietst,
overal klinkt het kenmerkende 'tududu'
waaraan de soort zijn naam te danken
76