Graszanger Cisticola juncidis Niet zo lang geleden heette deze soort nog de Waaierstaart- rietzanger. In de meeste, wat oudere veldgidsen is de graszanger onder deze naam terug te vinden. Jammer dat de naam Waaierstaartrietzanger is gewij zigd, want het typeerde de vogel goed. De Graszanger valt het meest op tijdens de baltsvlucht, met de korte staart breed gespreid in een golvende vlucht boven de ruige vegetatie. Daarbij valt de zang overigens het eerst op, een telken maal herhaald, verdragend 'dziep'. Vervolgens is het zoeken geblazen, want de Graszanger is de kleinste Europese zangvogel en niet erg opvallend bruin gekleurd. De Graszanger is een standvogel van de mediterrane regio en de Atlantische kust tot Normandië. Dat heeft vooral te maken met het feit dat de vogel erg slecht tegen vorst kan. In f973 werd in het Verdronken Land van Saeftinghe de eerste Zeeuwse Graszanger waargeno men, toen de tweede waarneming voor Nederland. Sindsdien is de Graszanger vrijwel elk jaar aanwezig met enkele tot tientallen waarnemingen per jaar, het overgrote deel in Zeeuws-Vlaanderen. Na strenge winters kunnen ze echter enkele jaren geheel afwezig zijn. Liet Verdronken Land van Saeftinghe is daarbij de belangrijkste locatie. De Graszanger is er sinds f973 zeer regel matig present en er worden ook de meeste territoria geteld (maximaal 25). Het overgrote deel van de overige waar nemingen is gedaan langs de oevers van de Westerschelde. Op de schorren of voormalige schorren, zoals bij Paal, het Hellegat, de Braakman, het Paulina- schor, en incidenteel aan de overkant op het Zuidgors, en bij Bath en Ritthem. Dat wil niet zeggen dat de Graszanger een typische schorbewoner is, eerder dat het de enige plaatsen zijn waar nog volop open ruigte aanwezig is, het voorkeursbiotoop van de Gras zanger. Af en toe wordt de soort ook langs kreken waargenomen. Opvallend is daarbij de locatie Vossekaai bij Hoofdplaat, waar opmerkelijk vaak waarnemingen zijn gedaan. Een beetje buiten de orde zijn de waarnemingen van zingende vogels op Walcheren: langs een slootje bij Hoogelande (voor heen gemeente Mariekerke) in augustus f976 en op de Ijsbaan van Westkapelle op 27 augustus 2000. Begin jaren '90 was de Graszanger erg schaars maar de laatste jaren nemen de waarnemingen weer toe, met als voorlopig hoogtepunt het jaar 2000: toen werden er in Saeftinghe alleen al 20 territoria geteld. De meeste waarnemingen worden gedaan in de nazomer, in de periode juli-september. De vogels zijn dan actief zingend aanwezig. De meest geaccep teerde theorie is dat het voornamelijk om vogels gaat die uit Lrankrijk arrive ren na een succesvol broedseizoen in het voorjaar. Zowel volwassen als onvol wassen vogels zwermen dan uit en komen ook in Zeeland terecht. Dat ver- 82

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2001 | | pagina 82