de windingen) geven meer soortspeci fieke informatie. Soms is alleen aan de inwendige bouw te zien om welke soort het gaat, maar veel slakken zijn gemak kelijk aan hun uiterlijk te herkennen. De Segrijnslak is daar een goed voor beeld van. Met zijn gerimpelde bruine huis met een lichte band op elke win ding onderscheidt hij zich van zijn naaste verwant de Wijngaardslak (Helix pomatia). De Segrijnslak wordt echter niet zo groot als de Wijngaardslak en heeft geen navel. Ze komen overigens maar op enkele plaatsen in ons land samen voor. Het klimaat en de eigenschappen van de bodem zijn belangrijke milieufacto ren voor slakken. Huisjesslakken heb ben kalk nodig voor de opbouw van hun huis. Op kalkarme bodems heb ben slakken dan ook vaak een dun en breekbaar huis. De mens heeft ook invloed op de verspreiding van slakken. De bouw van dijken bijvoorbeeld maakt de vestiging van de in Zeeland veel voorkomende slak Monacha cantiana (ook wel Grote karthuizerslak genoemd), die ook op de illustratie is afgebeeld, mogelijk. Deze crème-witte Segrijnslak Grote karthuizerslak 93

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2001 | | pagina 93