hij in Nederland een bolwerk op Zuid- Beveland, waar deze plant vanouds veel voorkomt. Met zijn grasachtige blade ren en aan lange stelen zwevende kleine paarsrode bloemen, valt hij nauwelijks op tussen het lange gras. De Graslathyrus onderscheidt zich met zijn ongedeelde bladeren van andere leden van de familie van de vlinderbloemigen of peuldragers, die meestal gedeelde blaadjes hebben. Naast de grassenfami lie (granen) zijn de peuldragers van grote betekenis voor de voeding van mens en dier. Tot de bekendste peul vruchten horen erwten, bonen en pin da's. In tegenstelling tot de bloemen van de Graslathyrus, hebben andere familiele den grote gekleurde bloemen, die een schreeuwend uithangbord vormen om daarmee insecten te lokken. De naam vlinderbloemige slaat trouwens op de vorm van de bloem en niet op haar bestuivers. De namen van de afzonder lijke kroonbladeren komen echter voort uit de scheepvaart. De vlag is het bovenste kroonblad en staat als een opvallend reclamebord omhoog. De twee zijdelingse kroonbladeren heten zwaarden en het onderste paar vormt de bootvormige kiel. Naast de lokkende kleuren, is ook in de bloem zelf niets aan het toeval overgelaten om het stuif meel aan de 'man' te brengen. Via het ingenieuze klapstoel-, pomp- en spring veermechanisme, in combinatie met de lokkende nectar, wordt de bestuiving tussen meeldraden en stampers door insecten geregeld. Zoals gezegd, wordt bij de Graslathyrus het sexuele verkeer echter in stilte gere geld. Deze warmteminnaar is voor zijn 95

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2001 | | pagina 95