zich in Zeeland. Ze wordt geparasiteerd
door de Gewone koekoekshommel, die
eveneens nog steeds tamelijk algemeen
voorkomt.
Hommels leven in staten die maximaal
een paar honderd dieren groot kunnen
zijn. De koningin is er de baas. Zij is
ook de enige die zich voortplant. De
overige hommels zijn vrouwelijke werk
sters, die de verzorging van de larven in
het nest op zich nemen. Ze verzamelen
nectar en stuifmeel en voeden daarmee
de baby-hommels. In de nazomer wor
den er ook mannetjes en jonge konin
ginnen geboren. Na de paring zoeken
de nieuwe koninginnen al snel een
plekje om te overwinteren. Alle man
netjes en werksters sterven in het
najaar. De koninginnen overwinteren
meestal ondergronds. In het voorjaar
sticht iedere koningin een nieuw volk.
Soms worden de nesten geparasiteerd
door koekoekshommels. Een vrouwtje
van zo'n koekoekshommel dringt dan
een nest binnen, doodt de koningin en
begint zelf eieren te leggen. De hom
mel-werksters brengen dan de nakome
lingen van de parasiet groot.
In Nederland komen 7 soorten hom
mels algemeen voor. Deze soorten zijn
ook door een beginnend insectenlief
hebber eenvoudig van elkaar te onder
scheiden. De herkenning van de zeldza
mere soorten geeft dikwijls veel meer
problemen. De dieren moeten dan
gevangen en met een loep uitgebreid
bestudeerd worden. Wanneer er dan
nog onzekerheid bestaat, kan bij de
mannetjes de vorm van de ge
slachtsorganen uitsluitsel geven.
L.C.
Hommels
op Smeerwortel