echter niet onlogisch te veronderstellen dat de componenten (soorten) van een systeem niet eindeloos kunnen worden weggenomen zonder de werking van het systeem aan te tasten. Biodiversiteit en welzijn Maar misschien leveren al die rationele en min of meer economisch georiën teerde argumenten niet het belangrijk ste antwoord op de vraag waarom het verdwijnen van soorten zo betreurens waardig is. Misschien is het belangrijk ste wel dat al die afzonderlijke soorten planten en dieren, van de grutto tot de bijenorchis en de meikever, allemaal een stukje vormen van wat wij 'de natuur' noemen. En die natuur, met zijn overstelpende en telkens weer ver rassende variatie aan levensvormen, is voor de meerderheid van de mensen een omgeving van grote waarde. Uit tal van studies is gebleken dat het contact met de natuur van grote betekenis is voor het welzijn en het welbevinden van mensen. De natuur, in al zijn ver scheidenheid, is zo een psychologische hulpbron voor de mens waarvan de waarde moeilijk in geld is uit te druk ken. Van onschatbare waarde dus, in de dubbele betekenis van het woord. Milieufactoren De verscheidenheid aan soorten is niet gelijkelijk verdeeld in de ruimte. Dat geldt voor de verspreiding van soorten over de wereld als geheel, maar ook op veel lagere schaalniveaus is dat het geval. Wereldwijd is het meest opval lend dat de soortsdiversiteit toeneemt gaande van de polen naar de evenaar. De rijkdom aan soorten in de tropen is onovertroffen, met als hoogtepunt die van de tropische laaglandregenwouden. Het ligt voor de hand te veronderstellen dat het klimaat een belangrijke rol speelt in deze biodiversiteitsverschillen op wereldschaal. Op lagere schaal niveaus spelen andere, meer locaal- gebonden factoren een belangrijke rol. Gaande van de Westerscheldemonding dieper het estuarium in, neemt bijvoor beeld de diversiteit van de bodemfauna af. De belangrijkste reden is het afne mende zoutgehalte van het water - waar soorten van het zoute water maar beperkt tegen bestand zijn - en de sterke wisselingen van het zoutgehalte door de menging met rivierwater. Op de getij denplaten verandert de soortssa menstelling zelfs over afstanden van slechts tientallen meters, omdat de stroomsnelheid van het water, het voed selaanbod en de korrelgrootte van de bodem, van plaats tot plaats kunnen verschillen. Ruimtelijke factoren Op de lagere schaalniveaus, ook bij voorbeeld voor een gebied als de pro vincie Zeeland, zijn twee factoren aan te wijzen die in zijn algemeenheid van grote betekenis zijn voor de soortenrijk dom: de oppervlakte van een gebied, en de ruimtelijke verscheidenheid of heterogeniteit binnen het gebied. De oppervlakte is om diverse redenen van belang. Elke soort heeft een bepaalde ruimtebehoefte, die bijvoorbeeld samenhangt met de mogelijkheid om voldoende voedsel te kunnen vinden. In een groter gebied zal voor een groter 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2001 | | pagina 9