Vooijaarsgeneratie
aiinci^ ZeefandiccL
struweelranden hebben de voorkeur. De eitjes
komen al na vier tot zeven dagen uit en de
rupsen hebben gemiddeld slechts 23 dagen
nodig voor hun ontwikkeling, bij warm weer
zelfs maar 17 dagen. Ook het popstadium van
deze zich snel ontwikkelende vlinder is kort,
namelijk 9 tot 15 dagen. Op deze wijze kan
het gebeuren dat al na 30 dagen (gemiddeld
38 dagen) de zomergeneratie vliegt. Deze
generatie vliegt van begin juli tot eind
augustus, in welke periode ze zich ook voort
planten. In september worden nauwelijks meer
landkaartjes waargenomen, met uitzondering
van de goede vlinderjaren 1999 en 2002.
Toen werden in Zeeland nog volop waarnemin
gen gedaan, voornamelijk in Zeeuws-
Vlaanderen. De voortplanting van de zomer
generatie is vergelijkbaar met die van de
voorjaarsgeneratie, met als verschil dat de
poppen de winter overblijven. De poppen
overwinteren bovengronds hangend aan
takken. De vliegtijdengrafiek lijkt er overigens