Rupsjes die in het voorjaar voor het eerst gaan
eten, leven van de jonge bloemknoppen en
blaadjes. Halfvolgroeide rupsen accepteren
ook ouder blad. Ze voeden zich met diverse
soorten viooltjes, zoals honds-, akker-, en
duinviooltje en driekleurig viooltje. In Zeeland
staat hoofdzakelijk het duinviooltje op het
menu. De rupsen worden ongeveer drie
centimeter lang en zijn zwart en gedoomd,
met over de rug een lichte streep en oranje
vlekjes op de segmenten. De vlinders doen
zich tegoed aan nectar van kruidachtige
planten, waaronder koninginnenkruid en
middelste klit. De eitjes worden afgezet aan de
onderkant van de waardplant en zijn klein,
kegelvormig en lichtgeel. De hangpop bevindt
zich dicht bij de grond en lijkt vanwege de
kleur, donkerbruin en wit, op uitwerpselen
van vogels. Het popstadium duurt ongeveer
1 2 dagen.