Kleine parelmoervlinder 0 4 8 Kilometers Aanbevelingen Ruimte laten voor dynamiek in het duin is van groot belang, omdat duinviooltjes het liefst groeien op een wat losse zandbodem die ontstaat door zandverstuiving. Vooral korte, bloemrijke vegetaties met veel viooltjes zijn van belang voor het voortbestaan van de klei ne parelmoervlinder. Vergrassing, verruiging en verdroging van de duinen zijn een gevaar voor het leefgebied van de vlinder. Dit is deels het gevolg van het sterk uitgedunde konijnen bestand. Extensieve begrazing door vee zou een oplossing kunnen zijn maar is niet altijd eenvoudig uitvoerbaar, zeker niet in de smalle duinstrook van zuidwest Walcheren. Grazers, zoals konijnen of pony's, zorgen bovendien voor verspreiding van viooltjes, doordat ze de zaden eten en elders weer uitpoepen. De uit werpselen hebben een gunstige uitwerking op het kiemen van de duinviooitjeszaden. Dit effect zien we ook op de ontwikkeling van akkerviooltjes op de extensief beheerde zand- akkertjes in het binnenland. Ook daar worden regelmatig populaties van de kleine parel moervlinder gevonden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2003 | | pagina 105