Bont zandoogje Pararee aegeria Voorkomen en leefgebied Het bont zandoogje is een vrij kleine, plaats gebonden standvlinder die zich thuisvoelt in een bos- en struweelrijke omgeving. Daarin moeten wel open, zonbeschenen plekken aan wezig zijn met grazige vegetatie. In het spel van licht en schaduw is het bont zandoogje in staat om vrijwel onzichtbaar te zijn tegen de achtergrond. De bonte tekening zorgt voor een prima camouflage. Wanneer de vlinder zit is hij moeilijk te vinden, totdat hij opvliegt. Dan is hij goed te volgen. Wanneer hij weer is gaan zitten en zich optimaal in het zonlicht heeft gedraaid, laat hij zich vaak goed bekijken. Behalve in de bosgebieden in de Kop van Schouwen, de Manteling op Walcheren en Zeeuws-Vlaanderen, is de soort in Zeeland te vinden in bijvoorbeeld stadsparken en erf- beplantingen van boerderijen. Midden in de bebouwing of in grootschalig agrarisch gebied heeft het bont zandoogje niet veei te zoeken en zal daar dus ook zelden worden aange troffen. Een bijzondere situatie doet zich voor op Walcheren. Op de verspreidingskaart is te zien dat het bont zandoogje daar in veel kilo- meterhokken voorkomt. De reden hiervan is dat op Walcheren nog steeds veel wegbermen zijn begroeid met struweel. Dit netwerk van struweelvegetaties blijkt een heel geschikt leefgebied. In de grazige slootkanten vinden ze doorgaans geschikte nectarplanten, zoals heelblaadjes en koninginnenkruid. De bont zandoogjes in bossen zijn daarentegen voor hun voedsel vooral aangewezen op braam. In het najaar zijn ze ook geregeld te vinden in boomgaarden, waar ze dan foerageren op het sap van valfruit. In Zeeland is het bont zand oogje algemeen maar toch zijn de aantallen die tegelijkertijd op één plaats zijn waar te nemen meestal niet echt hoog. Dit komt mede doordat de mannetjes vaak fel territoriaal 102 huuuL. Zccfancfica Wanneer u, lopend over een zonbeschenen bospad of fietsend over een door struikgewas geflankeerde B-weg, wel eens verrast bent door de plotselinge verschijning van een vlinder, dan is de kans groot dat het een bont zandoogje was. Het bont zandoogje is ten opzichte van de andere zandoogjes eenvoudig te herkennen. De grondkieur is donkerbruin, op de voorvleugel afgewisseld met crème kleurige vlekken. De voorvleugel heeft in de punt één zwart oogje, terwijl de achtervleugel er drie of vier heeft, gelegen in crèmekleurige vlekken. Ook de onderzijde van de vleugels is bont getekend, maar de grondkieur is doorgaans wat lichter bruin. Tussen mannetjes en vrouwtjes zit weinig verschil in kleur, al hebben de vrouwtjes vaak wat grotere, lichte vlekken. Wat kleur betreft is het bont zandoogje niet bepaald spectaculair, maar de tekening is prachtig en blijkt ook buiten gewoon functioneel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2003 | | pagina 106