Argusvlinder 0 4 8 Kilometers Aanbevelingen De argusvlinder is een algemene soort. Voldoende aanbod van extensief beweide, grazige vegetatie met nectarplanten en open kale plekken zullen door de soort dankbaar benut worden. haar piek. De daaruit volgende tweede gene ratie brengt eind juli en begin augustus de grootste aantallen voort. Kort daarop volgt, afhankelijk van het weer, in september nog een bescheiden derde generatie. De laatste argus vlinders zijn waargenomen op 30 oktober 2001 in het Verdronken Land van Saeftinghe. De mannetjes van de argusvlinder vertonen territoriaal gedrag. Op een vast punt, zoals de eerder genoemde molshopen, wacht het man netje op een voorbijvliegend vrouwtje. Daarbij worden geen mannelijke soortgenoten of andere vliegende insecten in het territorium geduld. Indringers worden in een dwarrelend gevecht uit het gebied verjaagd waarna het mannetje weer terugkeert naar zijn vaste stek. Naast de passieve manier van een partner aan de haak slaan gaan sommige mannetjes ook actief op zoek naar een vrouwtje. Daarbij vliegt het mannetje laag over de grond patrouilierondjes in de nabije omgeving. Elke mogelijke partner wordt onderzocht. Vermoedelijk bepalen de omgevingstempera tuur en het aanbod de strategiekeuze. De groengestreepte rupsen leven van zowel wor tels als bladeren van algemeen voorkomende grassen. In de Zeeuwse contreien zijn dat vooral kamgras, kropaar en rood zwenkgras. De vlinder haait zijn nectar uit diverse planten zoals distel, koninginnenkruid, knoopkruid, watermunt, heelblaadjes, rolklaver en diverse gele composieten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2003 | | pagina 109