Hooibeestje 8 Kilometers Het hooibeestje is bezig aan een comeback. Het is geen bedreigde soort. Toch is het belangrijk de bolwerken voor deze soort goed te beheren door een gefaseerd maaibeheer of extensieve begrazing. Oranjezon en op Noord-Beveland zijn de laatste jaren enige honderden vlinders waar genomen. Ecologie Hooibeestjes overwinteren als halfvolgroeide rups. Bij mooi weer worden ze actief. De groei van de rupsen is sterk afhankelijk van het soort gebied. In gebieden die snel opwarmen en waar kwalitatief goed voedsel voorradig is, gaat de ontwikkeling vele malen sneller dan in wat koelere gebieden met kwalitatief minder goed voedsel. Vanaf begin mei verschijnen de eerste vlinders. Door het verschil in groeisnel- heid van de rupsen en omdat sommige gebie den drie generaties hooibeestjes opleveren, kunnen in de gehele periode mei tot begin oktober vlinders worden gezien. De echte piek ligt in Zeeland in de laatste tien dagen van augustus. Dit is de periode waarin vroeger werd gehooid. Vandaar de naam hooibeestje. De mannelijke hooibeestjes vertonen een sterk territoriaal gedrag, ze bezitten een territorium van enige tientallen vierkante meters. De rup sen eten grassen. De vlinders zijn niet zo vaak waar te nemen op bloemen, je ziet ze vaker zittend met de vleugels gesloten op de grond of een grasspriet. Als ze zich voeden met nec tar dan is dit vooral op streepzaad, akkerdistei en witte klaver. Het is belangrijk dat in een gebied veel mozaïekpatronen zijn in lage vege tatiestructuren. Voor een snelle opwarming van de vlinders is kale grond belangrijk. Aanbevelingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2003 | | pagina 113