de duingebieden van Schouwen en Walcheren
veel oranje zandoogjes gezien, maar daar lig
gen de aantallen niet hoger dan in de andere
natuurgebieden. Het oranje zandoogje mijdt
grote open vlaktes in het cultuurlandschap
zoals akkers en weilanden. Opvallend is dat
ook in natuurgebieden grote vlaktes worden
gemeden, ook al zijn ze bloemrijk. Er zijn tij
dens de onderzoeksperiode twee voorbeelden
van aangetroffen. Ten eerste is dat een grote
vlakte bloemrijk grasland op de Schotsman op
Noord-Beveland. Het is een voormalige zand
plaat van kleihoudend plaatzand die verloopt
van droog naar nat. In dat terrein komen wel
grote aantallen icarusblauwtjes en bruin zand
oogjes voor. Het terrein wordt ten behoeve
van de bloemenrijkdom, waaronder diverse
orchideeënsoorten, in augustus grotendeels
gemaaid waarna het maaisel wordt afgevoerd.
Het andere vlinderrijke natuurterrein waar
geen oranje zandoogjes werden aangetroffen
is het Groot Eiland, onderdeel van de
Middelplaten in het Veerse Meer. Dit terrein is
vochtiger dan het genoemde terrein op de
Schotsman en ook hier wordt de vegetatie in
augustus gemaaid en wordt het maaisei afge
voerd ten gunste van de bijzondere vegetatie.
De smalle randen van het Groot Eiland worden
niet gemaaid. Het zijn randen van plaatselijk
hooguit tien meter breed waar riet, ruig gras
en wat struweel aanwezig is. In deze randen
werden wel kleine aantallen oranje zandoogjes
gezien. Het ontbreken van structuurelementen
als sloten en struwelen lijkt de belangrijkste
oorzaak van afwezigheid van het oranje zand
oogje in deze mooie natuurgebieden. Het
oranje zandoogje wordt in Zeeland vaak
zoekend naar voedsel waargenomen langs
111
T)(itirviiu{{ct~*s in Zcefantf