Mannetje ook als zij bereid is om te paren, dus bij nadering van een mannetje om deze te lokken, waarna de paring kan volgen. Enkele dagen na de paring begint het vrouwtje met het afzetten van de eitjes. Zij zorgt bij het leggen van de eitjes voor risicospreiding. De eitjes worden namelijk afgezet in verschillende typen vege taties, zowel in pas gemaaide hooilanden, bermen en dijken als in niet gemaaide graslan den. Sommige eitjes worden zorgvuldig op de waardplant afgezet, andere worden tijdens het vliegen gewoon losgelaten. De rupsen leven van allerlei grassen, waaronder beemdgras, raaigras, zwenkgras en struisgras. De half- volgroeide rups overwintert in de graspol. Bruin zandoogjes zijn weinig kieskeurig bij het vinden van nectarplanten. In duingebieden zijn braam, jacobskruiskruid en watermunt belangrijke voedselplanten, in ruigtes de akkerdistel, op dijken het jacobskruiskruid, in bermen en slootkanten de rode klaver en het heelblaadjes. Het bruin zandoogje is een plaatsgebonden standvlinder die echter via bermen en bloemrijke weiden flinke afstanden kan afleggen. Soms, als de dichtheid aan 'Dagvlinders in Zeeland vlinders te groot is, kunnen ze gaan zwerven naar een plaats waar minder soortgenoten aanwezig zijn. Aanbevelingen Een beheer dat gericht is op verschraling is gunstig voor het bruin zandoogje. Na het maaien, in augustus, dient het gras na een periode van drogen te worden afgevoerd. In de droogperiode kunnen de in het maaisel aanwezige rupsen een veilig heenkomen zoeken. 0 4 8 Kilometers

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2003 | | pagina 119