8.2 Zwervers en dwaalgasten Apollovlinder Resedawitje Parnassius apoffo De apollovlinder hoort tot de familie van de grote pages. De soort komt voor in berg gebieden in Midden-Europa en vliegt in één generatie van juni tot september. Opvallend bij de apollovlinder zijn de ronde, zwarte vlek ken op de voorvleugels, en de ronde rode vlekken op de achtervleugels. In ons land wordt de soort slechts zelden waargenomen. Uitzonderlijk is dan ook de waarneming van juli 1984 in Kloetinge. Waarschijnlijk is dit exemplaar tijdens vakantie meegekomen met een auto. Pontia day li dice Het resedawitje dankt zijn naam aan de belang rijkste voedselplant van de rups: de reseda. De onderkant van de achtervleugel is groengeel gemarmerd. De soort komt in ons land slechts zelden als dwaalgast voor. Ruige terreinen en bloemrijke weiden op de zandgronden vormen de biotoop voor deze vlinder. De vliegtijd is van mei tot september, meestal in twee generaties. De soort vertoont trekgedrag. In Zeeland is het Resedawitje slechts vijf jaren waargenomen: in 1939 (drie exemplaren), 1944, 1945, 1947 en ten slotte in 1985 in Koewacht. Daarna is de soort niet meer gezien. Koningspage Iyfticfidesyodalirius De koningspage is nauw verwant met de koninginnenpage, maar mist de blauwe kleur op de bovenkant van de voorvleugels. De grondkleur van de vleugels is ook niet geel, maar wit tot crèmewit. De koningspage is een zeldzame dwaalgast. De vliegtijd is midden mei tot midden juni. In warme jaren komt soms een tweede generatie voor in augustus. De waardplant voor de rups is sleedoorn. In Zeeland is de soort alleen waargenomen in Zeeuws-Vlaanderen. Zo werd in 1992 (eind juli) een exemplaar gezien bij de vervallen spoorlijn te Hulst, en in 1997 (eind mei) langs de Scheldedijk bij Baalhoek. Boswitje Lep tide a siuapis Het boswitje is een klein, fragiel vlindertje. De vlinder dankt zijn naam aan de witte grond kleur en de plaats waar de vlinder het meest wordt aangetroffen. De soortnaam sinapis is ontleend aan één van de voedselplanten van de rups: mosterd (sinapis). Andere waardplan- ten zijn lathyrus, vogelwikke en rolklaver. In Nederland is het boswitje een zeldzame, onre gelmatig voorkomende standvlinder. De vlieg tijd is van begin mei tot eind augustus in twee generaties. In Zeeland is de soort voor het laatst aangetroffen in 1971 bij Haamstede. Langs bosranden en licht beboste terreinen, maar ook in lage en ruige vegetatie van graslanden kan het boswitje worden waar genomen. Door het verdwijnen van geschikte biotopen is deze soort echter zeldzaam ge worden. 118 fauncu. Zedandica

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2003 | | pagina 122