Fauna Zeelandica
Voor u ligt het eerste deel van wat hopelijk een
lange reeks zal worden: de Fauna Zeelandica.
In de Fauna Zeelandica worden per deel de
Zeeuwse vertegenwoordigers van een dier-
groep uitgebreid behandeld. Kennis op het
gebied van voorkomen, biologie en ecologie
wordt in de Fauna Zeelandica gebundeld voor
alle diergroepen waarover voldoende gege
vens beschikbaar zijn. Dit eerste deel zoomt in
op de dagvlinders, een aantrekkelijke en aan
sprekende groep waarover door de Vlinder- en
Libellenwerkgroep Zeeland enorm veel gege
vens verzameld zijn.
Het initiatief om de fauna van de provincie
Zeeland zo breed en uitgebreid mogelijk voor
het voetlicht te brengen is afkomstig van Het
Zeeuwse Landschap. Het is mede ingegeven
door de vele positieve reacties op de verschij
ning van het boek Zeldzaam Zeeuws, waarin
de biodiversiteit van de regio in de volle
breedte aan bod komt. De diversiteit aan
soorten organismen bepaalt in belangrijke
mate de kwaliteit van de natuur en de natuur
gebieden. Als provinciale natuurbeschermings
organisatie ziet Het Zeeuwse Landschap het
als haar taak en verantwoordelijkheid om de
biodiversiteit in beeld te brengen en de kennis
ervan te bevorderen. Alleen op die wijze
ontstaat een goede basis voor een adequate
bescherming.
Zeeland telt vergeleken met andere delen van
Nederland een rijke fauna met nogal wat
soorten die elders zeldzaam zijn of ontbreken.
Deze soorten krijgen in de Fauna Zeelandica
extra aandacht, omdat het nemen van maat
regelen voor bescherming en behoud van deze
soorten het beste vanuit Zeeland zelf ter hand
kan worden genomen. Ook in deze dagvlinder
atlas krijgt een aantal specifieke soorten extra
aandacht.
Hooibeestje
Dat natuurbehoud zich niet moet beperken tot
populaire groepen zoals zoogdieren en vogels
is inmiddels onomstreden. Ongewervelde
dieren zoals wormen, pissebedden en bijen
zijn bepalend voor allerlei hogere levensvor
men. Meer en meer blijkt dat achteruitgang
van grotere dieren vaak direct of indirect terug
te voeren is op teloorgang van onbekende en
onaanzienlijke ongewervelden. Maar behalve
het feit dat minder aansprekende diergroepen
de basis van iedere levensgemeenschap
vormen, wordt meer en meer ook de intrinsie
ke waarde van deze levensvormen erkend.
Zoals enkele generaties geleden de lepelaar
voor verreweg de meeste mensen een onbe
kende (en onbeminde) grootheid was, zo geldt
dat nu nog voor het lantaarntje en het hooi-
beestje.
Maar dat is snel aan het veranderen. Mede
dankzij de activiteiten van actieve amateurs,
zoals die in de Vlinder- en Libellenwerkgroep
Zeeland zijn verenigd, krijgt een breed publiek
steeds meer oog voor de kleinere levensvor
men. Daarom prijst Het Zeeuwse Landschap
zich gelukkig met de samenwerking met deze
werkgroep voor dit eerste deel van de Fauna
Zeelandica. Er zijn vervolgdelen in voor
bereiding over onder meer zeedieren, bijen en
wespen en zoogdieren. Graag spreek ik de
hoop uit dat de serie een wezenlijke bijdrage
zal leveren aan de kennis, de bescherming en
het behoud van de rijke Zeeuwse dieren
wereld.
Marten Hemminga,
Directeur Het Zeeuwse Landschap
11
'Dagutindcrs in Zeetand