I
Uit de pop komt het volwassen exemplaar, de
vlinder. Zo'n pas ontpopte vlinder ziet er in het
begin nog niet zo mooi uit. De vleugels zijn
nog verfrommeld en een beetje nat. Dit dier
klimt tegen een takje op, en pompt dan
lichaamvloeistoffen in de vleugeladers die het
geraamte vormen van de vleugels. Op deze
wijze wordt het vleugeivlies door de aders
strak gespannen. Soms lukt dat niet of niet
helemaal, een deel van de vleugels blijft dan
verschrompeld. Vliegen is dan niet goed moge
lijk en een dergelijk exemplaar zal doorgaans
spoedig een prooi worden van bijvoorbeeld
een vogel.
Levensduur
4
De kleur van de vleugels wordt in de meeste
gevallen veroorzaakt door het pigment van de
schubben (figuur 6.6) waarmee de vleugels,
net als het hele lichaam is bedekt. Behalve
door pigment kan de kleur ook ontstaan door
de vorm en de samenstelling van de schub
ben. Dit kan veroorzaken dat het licht dat
daarop valt zodanig gebroken wordt dat,
bijvoorbeeld bij blauwtjes, de prachtige azuur
blauwe kleur zichtbaar wordt, en bij de parel
moervlinders de parelmoerglans. Deze schub
ben hebben allerlei vormen, die van vlinder tot
vlinder en zelfs op de vlinder van plaats tot
plaats verschillen. Een aantal vlindersoorten
heeft geurvlekken, dit zijn groepen geurschub-
ben die in verbinding staan met klieren die een
reukstof, meestal een vloeistof maar soms een
gas, afscheiden. Deze geurschubben hebben
behalve een andere kleur, ook een andere
vorm dan de normale schubben.
Uit het eitje komt meestal na 10 tot 15 dagen
een rups, maar bij enkele soorten, waarvan de
eitjes overwinteren, kan dat wel een halfjaar
duren. De tijd dat vlinders als rups leven
varieert. Snelgroeiende rupsen verpoppen
soms al na een maand, maar bij vlinder
soorten die ais rups overwinteren duurt dat
ongeveer 10 maanden. Het popstadium duurt
bij niet-overwinterende poppen anderhalf tot
drie weken, bij overwinteraars ruim zeven
maanden. Vlinders hebben een levensduur die
varieert van enkele dagen tot enkele weken.
Bij overwinterende soorten zoals bijvoorbeeld
de citroenvlinder kan dit veel langer zijn.
In het algemeen kan van de leefomgeving van
vlinders worden gezegd, dat deze zodanig
moet zijn dat de vlinder er in alle stadia moet
kunnen ieven. Zowel rups als vlinder moet er:
1 voedsel kunnen vinden
2. zich kunnen oriënteren
3. zich kunnen opwarmen dan wel
bescherming vinden tegen de zon of
beschutting vinden tegen de wind
4 kunnen overwinteren
Ad. iHet voedsel van een vlinder bestaat in
de meeste gevallen uit nectar, die door de vlin
der met zijn lange roltong uit de bloem wordt
gezogen. Vlinders zijn wat betreft de bloem-
Kleur
1
Leefomgeving
vCeugefscfiubben
Figuur 6.6
afzonderfijke schub
Detaif vieiujei koninginnenpage
28
fauncu Zeefancfica.