voedsel Dagvlinders in het Zeeuwse landschap Er zijn in het algemeen drie factoren die bepa lend zijn voor het al of niet voorkomen van een diersoort in een gebied. Dit zijn: klimaat voortplantingsbiotoop. Deze factoren hangen nauw samen met het landschap. Voor wat betreft het klimaat gaat het bij een regionaal overzicht uiteraard in de eerste plaats om het microklimaat. Dat wil zeggen de subtiele, maar belangrijke verschillen die de ligging van een duinhelling, van een dijk of de luwte van een heg of houtwal met zich mee brengt. Zelfs het al of niet aanwezig zijn van Duingrasband, Oranjezon kleine oneffenheden in een gebied, zoals het reliëf van binnendijken of zelfs van sloten, kan bepalend zijn voor de vraag of een vlinder wel of niet voorkomt. Een mooi voorbeeld vormt in dat opzicht het oranje zandoogje, die op veel schorren genoeg luwte vindt in het reliëf van oeverwallen en getijdenkreken, om er in gro ten getale te leven. De vlakke drooggevallen zandplaten in het Veerse Meer, zoals de Schotsman en de Middelplaten worden echter gemeden. Vergeleken met de rest van Nederland kan van het Zeeuwse klimaat gezegd worden dat het een klimaat is waar de scherpe kantjes van afgeslepen zijn. De zee, die via de deltawateren ver het land binnen dringt, zorgt in de zomer voor verkoeling en in de winter voor aftopping van de ergste kou. Het water dempt en vertraagt de tempera tuurwisselingen die op het land optreden. Een factor die mede bepalend is voor het regionale klimaat in vergelijking met de situatie in overig Nederland, is de zuidelijke ligging van Zeeland. Veel planten en dieren bezetten hier hun uiter ste noord(west)elijke voorpost. De dempende werking van het zeeklimaat kan dit fenomeen zowel verzwakken als versterken. Een zuide lijke soort zoals de koninginnenpage weet van de zuidelijke ligging te profiteren, maar er zijn ook voorbeelden van planten waarvan de zaden, om te kunnen ontkiemen, een koude- schok nodig hebben die zich in onze kwakkel- winters niet voordoet. Die vinden hier geen ontplooiingskansen. Voedsel lijkt op het eerste gezicht voor dag vlinders waarvan de rupsen niet op een bepaalde voedselplant gespecialiseerd zijn nooit een beperkende factor. Toch kan dat wel degelijk het geval zijn. Bij het beoordelen van de voedselsituatie zijn we -terecht overigens in de eerste plaats geneigd om te kijken naar de voedselplant van de rupsen. Maar het al of 34 TauniL. Zeefandica. Duingebied Oranjezon

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2003 | | pagina 38