inwaarts doordringen maken de uit zand opge
bouwde duinen plaats voor uit klei gevormde
schorren en slikken. De meest oostelijk gele
gen duincomplexen zijn de Banjaard iangs de
Oosterschelde en de Kaloot langs de
Westerschelde.
Duinen
De duinen zijn in Zeeland de soortenrijkste
landschappen als het gaat om dagvlinders. En
dat niet alleen: ook voor bijvoorbeeld wilde
planten, broedvogels en libellen zijn de duinen
van eminent belang. Dagvlinders die min of
meer typerend zijn voor dit landschap, zijn de
heivlinder en de kleine parelmoervlinder. Maar
ook andere soorten zoals de kleine vuur
vlinder, het oranjetipje en het hooibeestje
komen wat vaker voor in de duinen. Duinen
komen in Zeeland voor in alle soorten en
maten, van jonge primaire duintjes die soms
niet hoger zijn dan een meter, tot hoge para
boolduinen en van duintjes die nog af en toe
met zeewater bedolven worden tot duinen met
oude loofbosbestanden. Het meest omvang
rijke duincomplex in Zeeland is de Kop van
Meeuwencfuinen op Schouwm-Dnivetand
Schouwen, waar deelgebieden zoals de
Verklikkerduinen, de Meeuwenduinen en de
Zeepeduinen elk vele honderden hectaren
beslaan. Het zuidelijk deel van de Kop van
Schouwen is over een aanzienlijke oppervlakte
bebost. Naast loofbos ligt hier ook een flinke
oppervlakte naaldbos dat een geheel eigen
flora en fauna herbergt. In het noordelijk deel
van Walcheren zijn de duinen tamelijk breed.
De binnenduinrand wordt hier ingenomen
door de Manteling, een uitgestrekt oud bosge
bied met een zeer gevarieerde begroeiing. Het
uitgestrekte duinencompiex van Oranjezon
omvat uitgebreide duinstruweien, en ook uit
gestrekte gedeelten waar door begrazing een
meer open karakter is ontstaan. Voor veel
vlinders is de beboste binnenduinrand van
groot belang. Soorten zoals de citroenvlinder
en plaatselijk het oranjetipje en de eikenpage
bezetten hier belangrijke bolwerken. De dui
nen in het zuidwestelijk deel van Walcheren
zijn smal, maar zeer gevarieerd. De duinen
bereiken vaak een grote hoogte en langs de
binnenduinrand is er sprake van een hele
reeks aan microbiotopen met kleine, maar
belangrijke klimaatverschillen. Een gebied
zoals Dishoek is voor vlinderaars uitermate
interessant. Soorten zoals de kleine parel
moervlinder, het koevinkje, het oranjetipje en
het bruin blauwtje komen hier relatief talrijk
voor. Enkele kleine duincomplexen bevinden
zich wat verder landinwaarts. Zo zijn er de
duintjes van de Banjaard en de Kaloot, die als
duinlandschap wellicht weinig voorstellen,
maar niettemin een karakteristieke fauna her
bergen. Soorten zoais de heivlinderen in enke
le gevallen de kieine parelmoervlinder vinden
hier nog juist genoeg van hun gading om per
manente vestiging mogelijk te maken. De dui
nen van West-Zeeuws-Vlaanderen zijn laag en
smal. In feite zijn het zeedijken die grotendeels
met zand bedekt zijn en plaatselijk door
natuurlijke aangroei tot een wat bredere duin
strook uitgegroeid zijn. Gebieden zoals het
Zwin en de Verdronken Zwarte Polder bezitten
niettemin alle kwaliteiten van de uitgestrektere
duincomplexen elders in de provincie, ook als
het gaat om de dagvlinderfauna, met bijvoor
beeld veel heivlinders en bruin blauwtjes.
36
Tauna.ZeeCantfica