Geelsprietdikkopje Tfymeficus syfvestris Anton Baaijet De werkelijke status van het geelsprietdik kopje in Zeeland is momenteel onduidelijk. Dit komt doordat het geelsprietdikkopje in het veld moeilijk te herkennen is en daardoor ongetwijfeld vaak over het hoofd is gezien. De gelijkenis met het zwartsprietdikkopje is name lijk zeer groot. Omdat het zwartsprietdikkopje in Zeeland vaak in zeer hoge aantallen voor komt is het haast ondoenlijk om alle dikkopjes te controleren. Een belangrijk onderscheid vormt de onderkant van de sprietknoppen, die volgens veldgidsen bij het geelsprietdikkopje geel of geelbruin is. Daar komt de Neder landse naam van de vlinder ook vandaan. Dit kenmerk is alleen goed te zien wanneer de vlinder van dichtbij bekeken wordt. Dit kan bijvoorbeeld wanneer de vlinder gevangen wordt met behulp van een vlindernet en vervolgens voorzichtig in een transparant potje wordt overgezet. Bij het zwartsprietdik kopje zijn de sprietknoppen gitzwart. Andere kenmerken zijn de geurstrepen op de boven kant van de voorvleugel bij het mannetje. Deze lopen bij het geelsprietdikkopje niet evenwijdig aan de adering terwijl dat bij het zwartsprietdikkopje wel het geval is. Een derde kenmerk is de kleuring aan de onderkant van de voorvleugels die bij het zwartsprietdikkopje egaal oranjebruin is, terwijl die bij het geel sprietdikkopje tweekleurig is: een oranjebruine grondkleur met groenbruine vleugeltoppen. Voorkomen en leefgebied In de laatste jaren van de onderzoeksperiode is in Zeeland door een aantal waarnemers gericht gezocht naar het geelsprietdikkopje. Met name omdat het een soort is van interna tionale betekenis, wat inhoudt dat een belang rijk deel van het Europese areaal in Nederland ligt. Gezien de landelijke verspreiding lijkt het geelsprietdikkopje een voorkeur te hebben voor zandige gebieden. De wetenschappelijke naam sylvestris betekent 'in het bos levend'. Inderdaad is de binding met bos en een vochtige omgeving veel groter dan bij het zwartsprietdikkopje. Voor een geschikte leef omgeving is, evenals bij de andere dikkopjes, de aanwezigheid van ruigtevegetatie een belangrijke voorwaarde omdat daar de rupsen leven. Gezien deze voorkeur lijkt in Zeeland de kans het grootst om de vlinder in het duin gebied aan te treffen. Op Tholen en in Oost- Zeeuws-Vlaanderen is de soort niet gevonden maar verder wel in vrijwel alle regio's in kleine aantallen. Op Schouwen is een belangrijke populatie gevonden in de Zeepeduinen. Daar werden meerdere vlinders bij elkaar aange troffen in een vochtig en bosrijk deel. De aan getroffen geelsprietdikkopjes bleken in een aantal gevallen opvallend donkerbruine spriet knoppen te hebben. Ook de onderkant van de voorvleugels was meer zwartbruin dan groen bruin. Mogelijk dat de hoge luchtvochtigheid in Zeeland de vlinders wat meer intense kleuren geeft. Dit is bijvoorbeeld algemeen TaunaZeetancfica^

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2003 | | pagina 50