Geelsprietdikkopje
0 4 8 Kilometers
De vlinder zet de eitjes in rijen af in schedes
van verdorde grasstengels van verschillende
grassoorten. De rupsjes komen hetzelfde sei
zoen nog uit en spinnen direct een coconnetje
waarin zij afzonderlijk en nuchter overwinte
ren. In de lente en zomer van het volgende
seizoen ontwikkelen de rupsen zich totdat ze
gaan verpoppen. In juli en augustus verschij
nen de vlinders in één generatie. De vlinders
hebben een lange roltong en zijn te vinden op
allerlei soorten nectarplanten zoals distels,
bramen, klavers, heelblaadjes, koninginne-
kruid en wikkesoorten. Net als bij de andere
dikkopjes zijn de vlinders afhankelijk van
ruigtevegetaties omdat daar de eitjes worden
afgezet.
Aanbevelingen
Omdat de levenscyclus een vol jaar duurt is het
belangrijk dat er voldoende ruigtestroken aan
wezig zijn van twee jaar oud. Er moet altijd
gefaseerd gemaaid worden om voldoende ruig
tevegetatie ter beschikking te hebben, want
wanneer alles gemaaid wordt kan de populatie
in één keer verdwijnen. Begrazing wordt door
alle dikkopjes slecht verdragen, hooguit zeer
extensieve begrazing is toegestaan.
'Dagvlinders in Zeeland
bekend bij de icarusblauwtjes, welke in
Zeeland feller blauw zijn dan elders in
Nederland. Tijdens het landelijke dagvlinder-
verspreidingsonderzoek, in de periode 1981-
1986, is in West-Zeeuws-Vlaanderen het geel
sprietdikkopje in meerdere uurhokken (5x5
kilometer) aangetroffen. In de onderzoeks
periode (1993-2002) is hij daar opnieuw
aangetroffen op enkele locaties.
Gezien de ecologische binding is het opmerke
lijk dat het geelsprietdikkopje, in beide
onderzoeksperioden, niet in Oost-Zeeuws-
Vlaanderen gevonden is en wel in West-
Zeeuws-Vlaanderen.
Ecologie