Klein koolwitje
Pieris rapae
Angélique Belfroid
nectarplanten gaat en foerageert hij op vrijwel
alle gebruikelijke vlinderplanten. Bekend is dat
het klein koolwitje in sommige jaren ook trekt.
Het klein koolwitje is, net als het groot kool
witje, een robuuste soort die van het vroege
voorjaar tot in de late herfst vliegt. De soort
wordt gedurende het hele seizoen van begin
maart tot half oktober gezien. Begin juni is het
aantal vlinders duidelijk minder, terwijl de top
van de vliegtijd tussen half juli en eind
augustus ligt. Zoals uit de vliegtijdengrafiek
blijkt, vliegt het klein koolwitje in Zeeland in
drie generaties. Het aantal klein koolwitjes per
kilometerhok volgt een lichte golfbeweging
door de jaren heen, maar is altijd hoog met
gemiddeld vier tot zes vlinders per waarne
ming. Het grootste deel van de waarnemingen
(70%) betrof twee of meer klein koolwitjes.
Ook werden vaak meer dan 10 vlinders in een
kilometerhok gezien. Uitzonderlijk was de
waarneming van rond de 700 klein koolwitjes
in de laatste week van augustus 1997 bij
Breskens (Hooge Platen) Dit hoge aantal was
het gevolg van ruime aanwezigheid van zee
raket wat zowel nectar- als waardplant is.
Geregeld worden honderden exemplaren
gezien bij velden bladrammenas.
Ecologie
De voortplanting van het klein koolwitje lijkt
op die van het groot koolwitje, waarmee het
vaak samen voorkomt. In tegenstelling tot het
groot koolwitje kiest het klein koolwitje echter
meestal kleine planten om eitjes op te leggen.
Het klein koolwitje overwintert als pop tegen
stengels, boomstammen en stenen. In maart
kruipt de eerste generatie uit de pop. Na de
paring worden de opvallend gele eitjes per
stuk of in kleine groepjes afgezet. De voor
jaarsgeneratie geeft daarbij de voorkeur aan
kruisbloemigen zoals damastbloem, pinkster-
Het klein koolwitje is de meest algemeen
verspreide dagvlinder in Zeeland (uiterst alge
meen). Wat aantallen betreft wordt hij nog wel
voorbijgestreefd door diverse zandoogjes en
het zwartsprietdikkopje. Beide geslachten van
het klein koolwitje hebben op de voorvleugels
twee stippen die bij het vrouwtje groter en
zwarter zijn dan bij het mannetje. Het klein
koolwitje lijkt sterk op het groot koolwitje en
het klein geaderd witje. Hij is echter kleiner en
valer dan het groot koolwitje en heeft niet de
bestoven aders van het klein geaderd witje.
Zowel het klein koolwitje als het groot koolwit
je kan schade veroorzaken doordat de rupsen
op kool foerageren. De soort is bij moestuin-
bezitters dan ook niet erg geliefd.
Voorkomen en leefgebied
Het klein koolwitje, ook wel knollewitje
genoemd, komt voor in Nederland en noord
west Europa. Dit komt omdat de soort mobiel
is en geen duidelijk biotoopvoorkeur heeft.
Bovendien is hij niet kieskeurig als het om
Tauna-, ZccfancücaL,