Kleine vuurvlinder 0 4 8 Kilometers 73 'Dagvlinders in Zeeland Aanbevelingen Het schraal houden van graslanden, bermen en dijken is gunstig voor de kleine vuurvlinder. Het draagt bij aan de ontwikkeling van waardplanten voor de rupsen en nectar- planten voor de vlinders. Door gefaseerd maaibeheer worden de gedeelten gespaard waar zich eieren, rupsen en poppen bevinden, in het duingebied bevordert lichte begrazing de ontwikkeling van schapezuring. Op schrale plekken is, door uitwerpselen van pony's en konijnen, meestal een weelderige groei van schapezuring te vinden. grote spreiding is in het tevoorschijn komen van de vlinders in het voorjaar. De eitjes wor den afzonderlijk aan de onderzijde en/of de bovenzijde van de waardplanten afgezet. De rupsen eten aan de onderzijde van het blad. De eerste generatie vliegt van half april tot half juni, de tweede generatie van begin juli tot half september. Soms zijn er drie genera ties. In 1999 en 2000 werden zelfs begin november nog kleine vuurvlinders waargeno men. Mannetjes vertonen territoriaal gedrag en verdedigen een kleine plek door snel vlie gend indringers te verjagen, dit alles uiteraard in afwachting van een passerend vrouwtje. Hierdoor ziet men vaak ook maar enkele exemplaren tegelijk, hoewel de sterke nectar- behoefte toch voor leuke verrassingen kan zorgen. Zo werden in het voorjaar van 2002, op 7 april, ruim 40 exemplaren gezien in de Zeepeduinen op Schouwen, nectardrinkend op de bloemen van kruipwilg. In augustus en september zie je ook vaak in de duinen meer dere exemplaren op watermunt in de natte delen of op jacobskruiskruid op de drogere delen. Op dijken wordt op het in september nog bloeiende viltig kruiskruid ook regelmatig de kleine vuurvlinder gevonden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2003 | | pagina 77